II, van binnen rpod, Kruiderig van reuk en fcherp
Afdeel. van Smaak. Het Hout is witachtig, met een
ïïooFD* groenachtig Spint : de Wortel rood, De Bla-
stux. den zyn rondachtig toegefpitst, Zaagswyze
getand , bitterachtig en famentrekkende, fterk
geaderd. Tusfchen de Bladfteelen, die rond
en niuw zyn, komen de Bloemen op Steeltjes
van een Span lang voort, daar zy troswyze
met Wollige rankjes aan hangen. Zy zyn drie-
bladig, wi t , met geele Meeldraadjes en Styl,
de Meelknopjes zwart; bitter doch reukeloos.
De Vrugten van deezen Boom, die ongevaar
de grootte van Olyven hebben, zyn van eene
Pperagtige figuur , met drie ftompe kanten en
eene groene llekelige Schil , bevattende een
rosachtig , bitter Vleefch , waar binnen een
langwerpige driekantige Steen zi t , met drie
bittere Pitten. Deeze zyn laxeerefcde, en de
Bast niet alleen tégen de Koorts dienftig,
maar ook Maag - ver fier ken de. De Boom groeit
op Zandige, Steenagtige Gebergten,, in ver-
fcheide Gewesten van Malabar. Hy is ge-
duurig groen, doch draagt maar eenmaal ’s jaars
Vrugten.
C O M O C L A D I A .
De naam van dit Geflagt, die Cmocladia
door L i n n je u s. gefpeld was, moet dus zyn,
wanneer men op de afleiding acht geeft: want
boven de Bladen heeft deeze Boom als eene
Kroon
Kroon van Takten , welke de Bloemftcngen
zyn. Die naam was van B r own e afkom- ju.
ftig en door J a c q u i n ook dus verbeterd, H oofd-
De Kelk is in drieën verdeeld, zo wel als
de Bloem , waar op een langwerpige Pruim-
vrugt volgt, met eene tweekwabbige Kern.
In dit Geflagt komen twee Soorten voor »
Beiden uit Amerika afkomftig-, als volgt.
( i ) Comocladia met effenrandige Finbladen. a
Pir.natifo•
T o t deeze Soort, wordt betrokken de Tros -;;^ ^
draagende Pruimboom van S l o am e , die den
Stam niet Takkig h e e ft, met gewiekte onge-
Rartclde Esfchenbladen , en eene roode zoetag-
tige Vrugt, de Maagden - Pruimboom op Jamai-
ka genaamd. Die Autheur geeft ’er een Stam
aan"van twaalf o f vyftien Voeten hoogte, met
veel dikker dan een Hand. - Rotting , en dus
zeer broofch. De T o p van deezen Stam was
alleenlyk gekroond met gevinde Bladfteelen
van anderhalf Voet lang, waarboven zig dunne
Roedjes Takswyze uitgaven, die de Bloemen
en vervolgens de Vrugten of Besfen droe-
&en* De
( i ) ComacUdia Folio!is integris. Syst. Nat. XII. Tom- H.
Gen. 49. p. 74- Comocladia Caudice fimplici &<* linowN.
Jam. 124. Prunus racetnofa &c. Sloan. 'Jam I84. Hist. l l f-
p. 131. T. 22,2. f. r. RA], Dtndr. 44. Comocladia integi^olia,
JACQ_ Amtr. p. I z>
II. Deel. ii. stuk»