del'yk in Vaatjes naar Mocha, de Koopftad van II.
Arabie, gebragt wordt. Deeze is tot Reukwer-^Et“ 1^
ken by de Oofterlingen in veel gebruik, en meer Hoofd»
of min waardig naar haare zuiverheid. De Heer stuk.
R i c h t e r heeftze, in Oostindie, geheel wit
gezien. Inwendig, by eenige weinige Druppelen
teffens gebruikt, fchryft men ’er een byzon-
dere kragt aan to e , tot het zuiveren van Ver.
fweeringen. Men gebruikt ook, in het Gasthuis
te Parys, met Vrugt, een Smeering, die daar
van den naam draagt (*>
C o . P i l F E E J ,
De Kenmerken. zyn , vier Bloemblaadjes ,
zonder K e lk , het Zaadhuisje éen Eyvormige
Haauw, waar inéén Zaad meteen Belle - achtige
Pir.
. Het Geflagt hééft zynen naam van het uitleveren'
der Balfem Copayve door de eenigfte Soort
daar inbekend ( i ) , welke door M a r c g r a a f , r.
in deszelfs Natuurlyke Hiftorie vanBrafil, bé-
fchreeven wordt en van R ay génoemd Balfem-
geevende Brajiliaanfche Boom, met de Vrugt één*Boom.
zaadig. Hy is taamelyk hoog, hebbende een
regten zeer dikken Stam , het Hout hoog rood
en
( * ) GEOFFROï . Mat. Me i. Tom. II. p. 491.r
\ (1) Copai/era. Syst. Na t. XI[. Gen. 548. p. 30a, CopaiVa.
Idat. Mei. 513. jAOq Amer, 133. T. 86. Copaïba, MARCGA.
Bras. 13c. PIS. Bras. 118. RAJ, I liji, 1593,