H. {jy# tvelke dit Gewas genoegzaam onderfcheidt.
^ x i ? * C l ü s 1 ÜS k re eS ’ in ’c ^aar 15 70 3 een B o om '
H oofd- pje daar van , met en benevens een jong Paar-
stuk. (je n . Karftengen - Boompje , levendig uit TuriTm?
r'V'kye in Ooftenryk over , dat verder is voortgeteeld,
en dus dert Laurier - Kers door geheel
Europa vermenigvuldigd heeft. Het voerde
den naam van Trabizon C urm afi, en fcheen
door Be l loni u s reeds als een Trebizond-
fche Kerfeboom , Lauro - Cerafus , genaamd ,
gemeld te zyn ; waar van die Autheur naderhand
een grooten Boom , te Genua , in de
Hof van den Prince Doria, gezien hadt. Derhalve
acht C l u s i p s het waarfchynlyk, dat
dit Gewas eerst van Trebizonde te Konflanti-
nopolen, daar hy het Van daan gekreegen hadt,
gebragt ware.
Het is een Boom (zegt h y ,) van bekwaame
grootte, dié eenregten Stam met veele Takken
h e e ft, welke met eene zwartachtig groene
Schors bekleed zyn, doch (de jonge Looten geheel
groen. De Bladen, die overhoeks aan de
Takken Haan, vallen niet jaariyks af en behouden
hunne groenheid, zelfs des Winters, wanneer
dit Gewas een niet al te Brengen V o r s t,
hier te Lartde, in de open Lugt verduurt. Z y
gaan, door hunnen bevalligen donker groenen
Glans, het Loof dér Laurieren, wier Bladen
zy ook in breedte overtreffen , ver te boven*
Het bloeit hier te Lande niet dan in een voor-
deelige plaatzing en draagt zeer zelden Vrugten.
Dezelven zyn Eyrond, van grootte als d e ^ B ^
Sebeften, van buiten zwart, hebbende een zoet xir>
en eetbaar Vleefch. Het gedefinieerde Water Hoofd.
van de Bladen, dat men in Engeland wegens densTuir.
Geur. en Smaak , of ook tot Hartflerking, onder
de Spyzen en Dranken mengde , is naderhand
Vergiftig bevonden (*).
(6) Pruimboom, die de Bloemen aan T u iltje s r t
h e e f t , de Bladen E y vormig. Mahaleb.
Welrieken >
Kers met Eyronde Bladen wordt deeze genoemd, e KCiS'
welke de Mahaleb is der oude Autheuren. C a -
m e r a b i u s geeft ’er de Afbeelding van, uit
M a t t h i ó l o s , die ze g t, dat het een niet
zeer hooge Boom is , met Bladen niet veel van
die der Linden verfchillende en witte Bloemen ,
waar op zwarte Besfen volgen , een Steen, weinig
kleiner dan een Kerfen-Steen, bevattende,
met een P it , waar van in de welriekende Zalven
gebruik gemaakt werdt. Het Gewas groeide
op de Bergen. Het is in Switzerland, zegt
de Heer H a l l e r , niet zeldzaam, en ligt
ken-
(+ ) Zie Uitgekeze Filozoofifche Verhandelingen. I . Deel,
bladz. i j i , enz, of Phil. Trans. N. 418.
(6) Prunus Floribus corymbofis, Foliis ovatis. Syst. Nat.
XII. Cerafus Foliis ovatis. V i r . CU ff. 43. Hort. Ups. n j .
Hall. Helv. 360. B.OYEN. Lugdbat. z68.crenatis. Hort. Cliff.
437. Cetafo affinis. C. B. P in . 431. Mahaleb. Gam. E p ie .
9 i . Cerafus fylveftris amara Macaleb putata. .J. B. I. 5,27, Lob.
Ie . 133- Nn
II. Dï.EL. II. STUK.