Af ” Êl. de Vru&ten PIatte Haauwen, vier Duimen lang,
X. één Duim breed, met langwerpige zwarte Zaa-
Hoöfd* den.
MUkm DeeZe Boom grpeit °P de Ambonfche Eilan-
*den. Behalve de gedagte Schilden, maaken de
Indiaanen ook Praauwen o f Schuitjes van het
Hout, dat ligt en taay is , doch Draadig en fterk
afvezelt. Van de Schors worden Geuten gebraakt.
Daar is ook een roode Schildboom ,
doch die behoort niet tot dit Geflagt. Men zou
moogiyk > volgens de laatere aanmerking van
L i n n ^ us (* ) , daar toe betrekken kunnen den
Lugt- o f Hemelboom (Arbor Cceli) \an R um-
p h i u s , aldus genaamd, om dat hy zynen
Top als tot in de Wolken verheft , en befehree-
ven als volgt.
booSemcl* •I3et W3S de llooê'fte Boom, hem op de Moluk-
omt kifche Eilanden voorgekomen. Zyn Stam, die van
onderen zo dik is, zonder Vleugels, dat twee o f
drie Man hem naauwlyks omvademen kunnen',
ichiet zonder Takken o p , tot de hoogte van
vyfentwintig o f dertig Vademen, dat is onge-
vaar anderhalf honderd. Voeten ( f ) , De Schors
is graauw , effen , van Hoornachtige zelfftan*
dig-
( * ) In Manth/a altera. An hujus Generis Arbor Ceel!,
ÏnUmPH* Almbi 111. p. 2o54 T. 132? ’
ftJ «Als men een Vadem op zes Voeten neemt, zou hy wat
zyn« Ondertusfchen zou dit byna de maat zyn der
hoogfte Boomen in Europa ; zie bladz. 7 : maar in Amerika
vallen zy veel hooger: zie bladz. 13, hier voor*
digheid: het Hout, ligt, voos, wit en draadig, If.
bitter van Smaak. De Takken zyn bezet m e t ^ ^ t *
gevinde, langwerpig ovaale Bladen, aan de en-HooFD-
den fpits , die glad en dikachtig zyn, met Rib-’TUK*
ben. Het Bloeizel gelykt naar dat van de Cap-ho^ em!l'
f i c u m , beflaande ieder Bloempje uit v y f of
zes Sterswys’ geplaatfle Blaadjes, groengeel van
Kleur, met tien Meeldraadjes, van eenen Herken
geilen Reuk. De Vrugten zyn platte Haau-
wen, die zo ongemeen naar de Bladen van den
grooten Kajupoeti - Boom gelyken , dat menze
daar van niet onderfcheiden zou kunnen , indien
zy in ’t midden niet een ronde uitpuiling
hadden , daar het Zaad le g t, dat een platte
rondachtige o f Hartvormige Korrel is. Deeze
Boom komt ongemeen zeldzaam voor, en wordt
daarom van jde Indiaanen ook als iets raars be-
fchouwd en in achtinge gehouden.
T U C H I L I i ,
De Draadigheid van het Honigbakje heeft
zekerlyk den Geflagtnaam ter baan' gebrast.
De Plantgewasfen, hier toe behoorende, hebben
de Kelk eemgermaate vyftandig en v y f
Bloemblaadjes : het Honigbakje Cylindrifch ,
van digt aan elkander gevoegde Vezelen , zo
lang als de Bloemkrans, in zyn Mond de Meel-
knopjes draagende. De Vrugt een driehuizig,
driekleppig Zaadhokje, met Befie- achtige Zwaden
»
D d 5 Vier