II.
Afdrel.
V,
H oofdstuk.
T.
Ple&ronia
Ventoja.
Xaapiche.
P U c T H o » u .
De Kenmerken zyn v y f Bloemblaadjes, ia
de keel van de Kelk hunne inplanting hebben,
de. De Vrugt een tweezaadige Bezie , om
laag zittende,
In dit Geflagt komt maar ééne Soort v o o r ( i) ,
aan de Kaap der Goede Hope gpoeijende,
welke door den Heer J. B u r m a n n u s , in
zyne befehryving van Afrikaanfche Plantgewas,
fen , afgebeeld is en befchreeven , onder den
raam van Rhamnus met rondagtig gefpitfte Bladen
en de Vrugten aan Trosfen groeijende. Het
is een Boom , aan zynen Stam en de groote
Takken met lange, fterke , fcherpe Doornen
gewapend, alwaar hy geene Bladen heeft, De
kleine Takken , Twygen en Looten, geeven
gefteelde langwerpige’ Bladen uit , die gepaard
zyn , vier Duimen lang en drie Duimen breed.
Uit de oxels der Bladen ontfpringen Trosfen
van Bloemen, naar die van den Vlierboom ge»
lykende, waar onder het Vrugtbeginzel z it, dat
in eene Bezie verandert. Tot het maaken van
Haagen , ter befchuttinge voor den Wind, is
dit Boomgewas zeer bekwaam ; waar van het
mooglyk den bynaam heeft,
R A u -
f i ) Ple&ronia. Sysu Nat. XII. Tom. II. p. 183, & Mar.*.
ja , Rhamnus Foliis fubrotundo- aouminatis, Fruftu raccmafo.
CURM. uifrt 257, T, 94,
R A U W O L F I A , .
AFDEEUi
De benaaming is , ter gedagtenisfe wan den hoofot
vermaarden Kruidkundigen , R a d w o l f i d s , stuk.
die zig door zyne Reizen in Palestina, en de
Planten, door hem aldaar waargenomen, heeft
‘beroemd gemaakt, door Pater P l u m i e r ontworpen.
Een Sappige Bezie , met twee Zaaden, in
eene Holligheid vervat , llrekt tot onderfchei-
ding van dit Geflagt , waar in thans drie Soorten
voorkomen, als
(1 ) Rauwolfia, die zeer glad en glanzig is van
Loof.,
u
Rauvjolfiu
nitida.
Gladbladi«;
ge,
Deeze is , in de befehryving van den Clif-
fortfehen Tuin , zeer omftandig befchreeven
door L i N N & u s, Zy maakt de Smalbladige
van P lu m i e r uit, die vierbladig genoemd
wordt, zo wel als de andere, om dat de Bladen
in 't kruis om den Steel liaan, zynde zeer llerk
geaderd. T o t deeze gladde Soort, niettemin,
wordt de Breedbladige van P l u m i e r betrokken
door den Heer J a c QUIN, die het Gewas
(l ) Rauwolfia glaberrima nitidisfïma. Syst. Nat, XII. Tom.
II, p. 188. J a-CQ; Amer. 47. Rauwolfia. Hort, Cliff, 7$, r .
9. Rauwolfia tettaphylla angustifolia. Plum, Gen, 19, Ic.
23-6. f. i.„