II.
Afdeel.
II.
Hoofdstuk.
„ eenen Esfcheboom , is zeer wel gedaagd
„ en heeft de Koude van 8 Graaden van den'
„ voorgaanden Winter, die buitengemeen lang-
„ duurig was, verdragen. Blyft deeze Ent
,, voortgroei jen, dan zal ’er de overeenkomst
,, tusfchen die Boomen nader uit blyken” (*).
I.
Dia Ham
Jr.dicum.
lndifch.
D I A L I Ü M*
T o t den zelfden Rang van Plantgewasfen ,
naamelyk , die in hunne Bloem twee Meeldraadjes
en een Stamper hebben, derhalve
Diandria Monogynia genaamd zynda, behoort
een Boom , welke den naam van Dialium
voert ( i ) . L iNNiEo s geeft ’er denbynaamvan
Indicim aan, als in Indie alleen groeijende, en
geeft voor Kenmerken op, dat de Bloem vyf-
bladig is , zonder K e lk , hebbende de Meeldraadjes
aan de hovende zyde. De Bloemen
flaan
(*) Zyn Ed. fchreef dit in ’t voorfte van ’t Tweede Deel
zynes Werks, dat den tytel van Families des Plantes voert,
uitgegeven in ’t Jaar 1763. Ik geloof derhalve, dat die
Heer den Winter van 1761 en 1763 bedoelt, waar omtrent
de Waarneemingen , door den Heer Bkisson, insgc-
Jyks Did van de Kon. Akademie der Weetenlchappen , aan
my medegedeeld , te vinden zyn in het VIII. Deel der
Uitgezogte Verhandelingen, bladz. 157. Volgens (ïezelven was
de zwaarfte Koude te Parys toen ruim 8 Graaden onder o
Op den Thermometer van Redumur , dat is 14 gr. boven o
op de Schaal van Fahrtnbeit.
(1) Dialium. Syst. Nat. XII. Tom, II, pen. 1146. Sp ï .
p. 56. Mantisf, I. p, 24.
Raan Pluimswyze aan knikkende Risten,. Dcc- T
ze Boom heeft de Bladen aan de Takken over- AFDJr^ L'
hoeks geplaatst. Zy zyn Vinswyze famenge- Hoofd-
fteld uit zeven, langwerpig, ovaale , gefpitde,sTUK.
gefteelde:, gladde Bladen , van grootte als de
Palm der Hand; •
De Heer N. L. B u r m a n n u s geeft,. in Dialium
zyne plora Jndica , een Dialium Javanicum
op, het welk door de Javaanen Coerandje ge-kramen,
heten wordt, Zyn Ed. befchryft hetzelve ,
als hebbende de Bladdeelen overhoeks, waar
aan zeven Plandpalmswyze , langwerpig ovaale
, gefpitde gladde Bladen, gelyk van Rand,
met zeer korte Steeltjes ; de Bloemen rood
en Pluimswyze geplaatst: geen Kelk of Bloem-
kasje, De Bloemkrans bedaat uit v y f ovaale,
(lompe;, gelyke, ongedeelde, afvallende Blaadjes.
Twee Kegelvormige zeer korte Meeldraadjes
, met dompe , langwerpige, als dub-
belde, - Meelknopjes , zitten aan.de hovende
zyde van het Vrugtbeginzel, dat Eyrond is ,
met eenen Ekvormigen afgeboogen Styl , zo
lang als de Meeldraadjes, enz,
Als 'eene Vcrfchcïdcnheid betrekt zyn-, Ed, raie™-
hier toe, het Gewas, dat R ump h i u s ónder Bo0in'
den naam van Taleru-Boom voordek, .wordende
-in ’ t Maleitfch Coelit Papeda genoemd,
dat is Cortex Papetarius; dewyl de Bast van
deezen Boom op Ambon van groot: gebruik is
in de Bry , Papeda genaamd , welke da In-
wooners kooken van het Sagoe-Meel *. Het * z!e’*
C Wa- Stuk,
II. Deel II. stuk. M. 295i