II. zelve veeleer te denken, dat hy tot de Decan-
'Afiveel. ^r -a < ^an tot c]e icofandria, die ten minfte
Hoofd- twintig Meeldraadjes hebben, gelyk de Pruim-
stuk. boomj behoore.- ’t Gene, daar dezelven uit
t voortkomen, fchynt maar een Kelk te zyn, d ie ,
■ nifela'ci- zoowel als de Draadjes , geelachtig is , zonder
el^x. Bloemblaadjes. De Vrugt is Pruimachtig.
z. Maar ééne Soort is derhalve daar van bekend
( i ) , aan welke ik den bynaam van Ci-
trina g e e f; doch deeze fchynt niet de Myro-
balanifera Sorbi foliis , dat is met Bladen van
Sorbus ste zyn , van J o h n s t o n , als in welke
de Bladen gevind zouden zyn, gelyk die
der Esfchenboomen, en welke Boom de grootte
zou hebben van een Wilden Pruimboom (*),
Men vindt daar van nergens een nadere befchry-
ving. Hier ftaan de Bladen tegenover elkander
aan de T ak jes: zy zyn volmaakt ovaal,
effenrandig , glad , bly - groen en geel geaderd,
met Aderen die evenwydig fchuins van de
middelrib naar den rand loopen. Aan ’t end
der Takjes komen, lange Risten van Bloemen
voort , waar tusfehen zig de Vrugtfchepzeltjes
niet alleen, maar zelfs de byna volwasfen Vrug-
ten, die echter hier npg maar groen zyn, voordoen.
Men z ie t, dat dezelven redelyk wel
de figuur hebben van de Myrobalani citrince, in
onze Winkelen bekend, die zelfs gedroogd nog
een
r ( i ) Myrobatanifera]7oYns[conpgztis ovalibus , Floribus Race*
niofis , Fruftu ovato fulcato. Mïhi.
( * ) Myrobalanifera Sorbi foliis. JOHNST. DendrqU
een weinig grooter , doch op dergelyke manier II-
geribd z y n , loopende aan ’t end wat puntig Afd^e l*
uit. Hoofd-
Wat nu de overige Myrobalanen aangaat; deSTUK#
Emblicas worden gezegd van een Boom te ko-b^ n^ ° ‘
men, welken L i n n j ï ü s tot het Geflagt van
Phyllanthus betrokken heeft. Deeze zyn de
kleinften en verfchillen meest in figuur van de
anderen door haare rondheid. De Chebulx zyn
grooter dan de Citrince, en ook wel de aller»
grootften. J o h n s t o n z e g t , dat dezelven
van een Boom met Perfik-Bladen komen. De
Eellincce zyn rondachtig en taamelyk g ro o t,
doch hebben een foort van Hals als de Vygen:
de Indce o f Indicce zyn klein en Olyfachtig van
geftalte , wordende ook wel Zwarte geheten.
Deeze zouden komen van een Boom met W ilgen
Bladen; doch tot heden is van alle deeze
met zekerheid niets bekend.
Deeze Vrugten zyn van ouds in de Geneeskunde
vermaard als den Stoelgang bevorderende
doch tevens de Ingewanden verfterkende : met
welk inzigt zy dan ook in de ConfeÏÏio Hamech
komen, en in verfcheide Samengeftelde Pillen.
Op zig zelf wordt het Afkookzel beter dan
het Poeijer geoordeeld. Z y groeijen altemaal
aan de Vaste Kust van Oostindie; alwaar de Inlanders
dezelven , in Pekel ingelegd , als een
Verfnapering gebruiken. Ook bereiden zy ’er
Leder mede en maaken Inkt van deeze Vrugten.
Hh 4 S u