II. volgens M a r c g r a a f : want het Kroontje
’ 'Xll** doetze veel naar Granaat - Appelen gelyken, en de
Hoofd’, grootte is omtrent als die vaneen groote Pruim,
stuk. zo R dmp h i o s aanmerkt, voegende daar by ,
dat deeze Gojaveii - Boom , in- de Hoven van
Oostindie geplant zyiide, Veel grooter én mur-
wer Vrugten, dan in ’t wilde groeijende voortbrengt.
R o c h ë f o r t zegt, dat "deeze Vrugt
de grootte van een Reynet - Appel of Franfche
Reynet heeft , en in ééne hagt ryp wordt: zodanig
, dat zy den éénen Dag groen, wrang en
famentrekkende is , den volgenden geel, zoet
en laxeerende, wit of rood van Vleefch.
In Oostindie worden v de Wilde Goyaven in
geen waarde gehouden , doch in Westindie
fchynen de ronde het meest geacht te zyn»
Men eetze raauw, gebraden o f gehoofd: van
het uitgeperfte Sap wordt Geley gekookt: men
konfyt de Vrügten o f legtze in, eüz.
n 1 . ( 2) Gojaves-Boom met gejlreepte Lancets.
pfiiitm . wy f ovaate Bladen en fomtyds tweebloemi-
ge SeeeUjes.
PI. XI.
F;Z‘ r* Onder deezen tytel is een derde Soort van
PJidium voorgefteld door den Heer N. L . B u r -
MANNüSy welken zyn Ed. pvereenkomhig
oordeelt te zyn met de Cujavillus o f kleine
Gof3)
PJidium Foliis lmeatfs, ovató-lanceolatis, PéduncuUs
fübbifloris. BüKM. F l , In i. p. 114, Cujavillus. RUMPH,
I. T. 49»
Gojaves - Boom van R u m p h i u s , welke geen II.
drie Voeten hoogte op *t Eiland Ambon be- AFv fi
reikte,, hebbende de Bladen op ’t hoogde een Hoofd»
Vingerlid lang, en de Vrugten niet grooter dan stuks, .
Kerfen, De meergemelde Heer R i c h t e r
heeft een Takje onder dien naam medegebragt,
welks Bladen wel een Vingerlid breed en drie
Duimen lang zyn, van boven Roestkleurig bruin,
van onderen Wollig witachdg, en zegt dat hetzelve
van een Boom, is. Ik heb, de Afbeelding
daar van hierop PI. X I , in Fig. i , medegedeeld
, waar uit blykt, dat het getal der Meeldraadjes
ver boven de twintig loopt;
E u G E N i A . jamboes - Booiii.
De Kenmerken zyh : een Kelk in viereii
Verdeeld , boven de Vrugt ; vier Bloemblaadjes
: de Vrugt vierho'ekig , met eetiert Zaadkorrel,
. ' , . t 1 ’ .. ■ , ; |v
( 1 ) Jamboes-Boom fnet effenrafidigé Bladen Eugenik
en Tdkkïge Bloemfieeltjes , op Tjyde vdn^aiaccen'
‘de LoÓtën'. ; Tamme
jain.boes»
Boom;
De
( j.) Eugenia Foliis Integétrlmis , Pedunculis Ramaofis lafe-
ïalibus, Syst, Nat, XII, Tom, I I , Gen. 616, pi 34b. F!, 'Zejji
187, Petfici Ösficuk» Frudius Malaccenfis rubfens» C. B. Pin,
4 4 1 , Jambofi domefiica. R umpH. Amb, 1, p, i a i , T. 37,38,
■ Nati - Schambu. Hort. Mal, J, p, 29, T, 18. RAJ. H iß , 1478t
Burm, F i, ln i , p, 114«
L I