II. eerfte Soorten van dit Geflagt veel overeen-
komst, eir de Bladen fmaaken naar Kaneel. Hy
H oofd- merkt aan, dat de Groeyplaats der Hout - Kas-
stuk. fie Boomen, in Water-Indie, meest is op de
Koeli- Eilanden benoorden , en die van de Koelilaban.
t>(m. Boomen bezuiden en onder de Linie, op de
Oofterfche Eilanden en die tot de Molukkes be-
hooren. Op Ambon vindt men ’er tweederley,
naamelyk met een witte en roode Schors, die
beiden even goed en Speceryachtig zyn , hoewel
de witte dikker en in grooter Stukken valt. Om
deezen Bast te bekomen worden de Boomen geschild
, en dan moetenze fterven ; doch de overvloedig
opfchietende Jongen vergoeden 'dit verlies.
Deeze Bast is heeter dan anderen, niet alleen
dan d ie , welke de Indiaanen Syndok noemen,
maar ook dan de Mafoy, waar van hiervoor
gefproken is; maar deeze komen allen overeen
in eene verwarmende eigenfchap, zo dat zy met
elkander gebruikt worden tot het bereiden van
eene zeer welriekende Z a lf, genaamd Bohori,
waar mede de Indiaanfche Vrouwluy haar Lig-
haam beflryken tot een goeden Reuk; wordende
die Z a l f , om door befmeering J'ichtpynen en
kpude Gezwellen te vcrdryven, wat heeter gemaakt.
De Olie van Koelilaban is niet minder
kragtig dan Kaneel - Olie. De Bast der Wortelen
heeft bovendien een Venkelachtige Smaak,
en kpmt zodanig met de.Sasfafras overeen, dat
menze daar voor in Indie fomtyds in de Geneeskunde
gébruikt., (V) Lau-.
(4) Laurierboom met drieribbige ovaale Le- ^ .
der achtige Bladen , de Ribben in de Punt
fcmenloopende. H oofd-
‘ STUK.
Deeze Boom , op Jamaika voorkomende , vr. \
heeft B r o w n e afgebeeld en befchreeven on- cbUroxy
der den naam van, Chloroxylon , dat is Groen-h”'Glo6am
hout , met ovaale , gladde , ityve, drieribbige Hout
Bladen en enkelde Bloemen.
(5) Laurierboom met Lancetswyze, geaderde, v.
niet af vallende Bladen , de Bloemen in^oMis.
vieren verdeeld. ^e^ ne
De Laurierboom, onder deezen naam bekend,
werdt in ’t Grieklch Daphne genoemd , in ’t
Hóogduitfch Lorbeerbaum , welke benaaming,
zo wel als de Italiaanfche L&uro, de Spaanfche
Laurel, dq Franfche Laurier en de Engelfche
Laureltree, altemaal van ’t Latynfch woord Lau-
rus afftammen, Zyne natuurlyké groeyplaats is
in de Zuidelyke deelen van Europa, alwaar hy
de
(4) Laurus Foliis ttinerviis ovatis Coriaceis, uervis apicera
attingentibus, S y s t . Nat. XVI, Chloroxylon Foliis oyaiis, glauns
&C. BROWN. Jam. 1S7. T. 7. f. I.
(s) Lauras Foliis Venohs lanceolatis perennaatibus, Floribus
quadtifidis. Syst Nat, XII dioicis. Sp. Plant. JT p $ 19.
Hort Clip'. IJS- Hort. Ups. 98. Hat. mei. 194* ROTEN
Lugdhat. 98 Laurus vulgaris. G. E. Pin 460» Laurus Gam.
Epit. 6c. TO’jrne. Infi. 597, Dod. Pempt. 849, RAJ Iïist.
II. p. 1688,
II. Defx. II. Sxyit.