Weggescholen als Hebron iigt in zijne met olijf- en vrucht-
boomen ook heden nog liefelijk groenende vallei, heb ik hier
geene hoekmetingen kunnen volbrengen. R o b i n s o n geeft echter
eenige peilingen op van de heuvelen ten W. van Hebron geno-
men, en door deze zoow-el als andere opgaven van verschillende
reizigers, hoop ik, zal ik de plaats toch genoegzaam naauwkeurig
in kaart kunnen brengen.
Nog is er eene bijzonderheid, waarbij ik u bepalen moet. Gij
weet dat Hebron, Jeruzalem, Tiberias en Safed door de Joden
als de vim: heilige steden van Palestina worden geacht. Welnu,
het blijkt uit onderscheidene geschriften, dat Hebron nimmer
geheel en al zonder Joden is geweest. Wel was hun getal
soms klein, een of twee huisgezinnen; maar langzamerhand zijn
deze weder toegenomen. Familien uit Spanje of Portugal, de
zoogenaamde Sephardim, of uit JDnitschland, Polen en andere
landen, de Asjkenazim, hebben er zieh langzamerhand neder-
gezet, en tegenwoordig zijn er omstreeks 60 gezinnen van de
eerstgenoemden en 50 van de laatsten woönachtig. Zij hebben
er ieder eene synagoge. Eeiden zijn door w i l s o n en anderen
bezocht en beschreven, zoo als ook hunne scholen, en al wat
voorts hunnen belangwekkenden toestand aangaat. Yerachting
en lijden is er nog altijd hun deel geweest. In dit laatstetijd-
vak vooral ook door den opstand van Sjech ’a b - e r - r a c h m a n ,
die zieh tot hoofd van Hebron had opgeworpen, hetgeen eenen
jammerlijken moord en uitplundering door i b r a h i m f a c h a (1834)
ten gevolge had. ’A b - e r - r a c h m a n heeft zieh later op nieuw
opgeworpen en gevreesd doen worden. Rabbi s c i i w a r t z geeft
in zijne meergemelde geographische beschrijving vän Palestina
eenige trekken op van hetgeen de Joden te Hebron van dien
geweldenaar hadden te lijden. O, dat toch dit land, zoo ge-
drenkt met bloed en tränen, van de gruwelen der Mohamme-
daansche regering mögt worden verlost!
Is b e s j a r a r ’s opgaaf niet overdreven, dan wordt Hebron
tegenwoordig door 6 ä 7000 zielen bewoönd, meest allen Moslems,
en van een dweepzieker en jegens Christenen hatelijker
karakter, dan ergens elders in het land. Ongeveer 280 ä 300
Joden wonen in hun midden.
28 Maart. In het Jcamp der Bedouinen
in Wadi er-Rmail.
Het is avond, zondag-avond. Mijne tent staat hier in het
kamp van a b o u - d a h o u k opgeslagen sedert gisteren. De Heer
geve niet langer dan tot morgen ochtend. De gevreesde Sjech
AßOü-DAHOUK. ligt op dit oogenblik, zoo lang als hij is, naast
mij, in de tent uitgestrekt. Hij heeft mij met zijne bezoeken
niet weinig verveeld. Nu is hij in slaap gevallen na het rooken
van ik weet niet hoeveel pijpen wel, en na het drinken van meer
dan een dozijn kopjes koffij. Men zegt dat sterke koffij de
hersenen bedwelmt; geen wonder als zij, bij-, zoo- groote hoeveel-
heid wordt gedronken. Intusschen maak ik gebruik van de
rust, waarin mijn hooge maar lästige gastheer ligt gedompeld,
om u mijn wedervaren sedert gisteren- ochtend mee te deelen.
Ik was vroeg op de been en trachtte ook vroeg op reis te
gaan; maar wat men ook verzinne of bedenke, het schijnt hier te
lande aan het onmogelijke te grenzen, om bij den aanvang van
eenen togt vroegtijdig op te breken. Andere reizigers hebben
er over geklaagd, en mij blijft niets anders over dan mij even
als zij met eenen dubbelen voorraad van geduld te wapenen.
De hindernissen gisteren morgen waren zonder ein dej eerst was
de muilezeldrijver niet te vinden; toen deze gekomen. was en
mijne zaken op wilde laden, was e e r e z nog niet gereed met
het bergen van onzen reisvoorraad voor 8 ä 9 dagen, en niet
alleen voor ons zelven maar ook voor de paarderi; want in de
Doode ^ee-bergen of in de woestijn van Ber-Seba is haver noch
garst te koop, en hoewel de arme dieren zieh aan uitmuntend
gras kunnen verkwikken, zoo hebben zij toch iets voedzanaer»
daarenboven noodig, om het onder de dagelijksche vermoeijenis-
sen vol te houden. Zoo moest hij dus eerst nog naar de ba-
zaar, en toen hij van daar met de noodige artikelen en ook
met eenen grooten zak paardenvoeder terugkwam, begon de
mukhari weder zwarigheden te maken om dezen. extra last op
te laden. Toen dit punt geschikt was, moest er gezöcht worden
naar Sjech h a m z e h en de gecontracteerde gidsen, en nadat
allen eindelijk beneden op de straat gereed stonden, had b e s -
j a r a h de vriendelijke oplettendheid om mij aan te raden mij
van de quarantaine opzigters van een gezondheids certificaat te
voorzien, opdat ik bij mijne terugkomst van het Zuiden te