b in so n . — Reis-moeijelijkheden. — ’Aiteh. — De Anti-Libanon. — Eerste gezigt
en indruk van Damascus. — Aankomst in de hoofdstad van het Oosten. — Kort
verblijf te Damascus. ■— Togt naar Zebedani, Baalbek en Hermel. — De vlakte
van Coelo Syrie (el-B'kdd). ■— De Kamod-Hermel. — Merkwaardige bronnen van
de Orontes. — Deir Mar Maroun. — Reis door de noordelijke streken van den
Libanon. — Heerlijke bosschen. — De Merj-Ahin. — Sneeuwvelden. — Djebel-
Muskieh, de hoogste top des Libanons. Gezigten van deze hooge bergkammen.—
De Ceders. — Besjerreh. — Akoura. — Aflca. — Fontein van de Adonis- rivier. —
Oudheden. — Bronnen van de Nahr-Kelb. — Fokkrah. — Ajeltoun. — Terng te
Beyrout. — laatste beproeving. — Aanval van Syrische koorts. — Redding. —
Vertrek. — Behonden wederkomst. . f bl. 345—410.
PLATEN EN KAARTEN.
Het meer van T ib e r ia s ,................................................................ tegenover den titel.
Platte grond van J e r u s a lem ,.............................................................................bl. 1.
Door den grooten afstand waarop de Schrijver van de pers verwijderd was, zijn
hier en daar correctien onverbeterd gebleven. De lezer gelieve deze verschoonend
voorbij te zien en voor zieh zelven te hersteilen. — ..uN-rA
voor
;sn is
jienst
Ö °p
I de
half
om
li de
ege-
sveet
Daet
äne,
|ver
flfen
neel
%ge
jele
en,