menschen zijn in een oogenblik onder bergen van puin be-
graven *)!
En d a n o u s ? Met vele tränen verhaalde hij mij, hoe hij
bevende en bijna bezwijkende van angst tot zijn huis weder-
keerde. Maar zijn huis, het lag diep bedolven onder steen en
aarde, en met zijn huis zijne vrouw en kinderen en betrek-
kingen! D a n o u s zag hen nimmer weder. Hij is de man, van
wien Mr. Thomson schreef, dat hij den dood van zijnen veel-
belovenden zoon, zijne vrouw en jongere kinderen, met uitzon-
dering slechts van een eenig jeugdig knaapje had te beweenen.
Dat kind was nu opgegroeid tot een’ jongeling en zat aan
zijne zijde.
Het verhaal van d a n o u s trof mij diep.
— Ach, mijnheer! — voegde hij er bij — ik ween, maar
ik klage niet. God heeft mij door zware slagen tot de kennis
van mijzelven gebragt, en mij eenen Yerlosser geschonken, die
zeer ver al het gemis vergoedt. Nogtans, ik leef in eene plaats
van duisternis en ongeregtigheid, eene stad van veel menschen,
doch die hunnen God en Zaligmaker niet kennen, en ik lijd
dagelijks groote droefheid door het zien van hunnen jammere
lijken staat, waarin zij zieh hoe langer hoe dieper verderven.
Yoor eenigen tijd hadden wij den heer D a n i e l s onder ons om
den Joden het Evangelie te verkondigen; doch hun tegenstand
was zoo groot, dat hij genoodzaakt is geworden Safed
weder te verlaten. Onlangs was Dr. k a l l e y hier; . doch zijn
verblijf was slechts kort, daar zijne aangelegenheden hem naar
elders riepen. Hadde hij kunnen blijven, ik geloof dat hij Safed
grootelijks tot zegen zou hebben kunnen zijn; want velen begonnen
eene hartelijke genegenheid voor hem te koesteren en
naar zijne woorden te luisteren. Zoo is deze plaats van alle
geestelijk licht beroofd, en mijne eigene ziel deelt helaas! dik-
wijls in de algemeene duisterheid. Laat mij u dan bidden, bij
de liefde van je z u s , dien gij wenscht weder lief te hebben, om
bnzen verlaten toestand onder uwe Ghristenvrienden in Europa,
bekend te maken. Spreek over de 8000 zielen, die te Safed
wonen, de helft Joden en de helft Moslems en Oostersche Chris-
tenen; leg hun uit, hoe geschikt Safed is als een verblijf voor
1) Van soortgelijke vreeselijke aardbeveving maakt de Schrift gewag als plaats
gehad hebbende in de dagen van Koning uzzia. Zie Amos 1 :1 en Zach X IV : 5.
Europeanen door zijne hooge en gezonde ligging; wijs hen op
Safed als een geschikt centraalpunt voor een’ zendeling, die
tevens het Evangelie zou kunnen prediken in de omliggende
dorpen en vlekken, waar thans alles nog diep in de ketenen
der duisternis ligt geboeid. Och! dat mijne stem mögt zijn
als die van den Macedonischen man in het gezigt van p a u l u s ,
roepende: //komt over en helpt ons,” en dat de Heer u behouden
mögt wederbrengen tot de uwen en u in staat stellen met zegen-
rijke gevolgen voor zijn Eijk ten behoeve van Safed te spreken.
Ik weet niet beter te doen, dan u, mijn vriend! hetgesprek
met d a n o u s onmiddellijk mede te deelen, hopende, dat, zwak
als mijne poging wezen möge, de h e ek ze ten goede doe uit-
loopen. Ik moet er tevens bijvoegen, dat d a n o u s in de rappor-
ten van de London Society for promoting Christianity among
the Jews voorkomt als agent der Jeruzalemsche Missie te Safed.
Als zoodanig is hij zeker niet meer dan een figurant. Ook heb
ik reden om te vreezen, dat, als hij aan zieh zelven blijft
overgelaten, er weinig gunstigs van zijn agentschap is te verwachten.
Opgewekt en verlevendigd, tot een meerder zoeken
van de hemelsche dingen teruggeleid en daarin bevestigd, geloof
ik echter, dat d a n o u s eene nuttige hulp zou kunnen worden
van eenen zendeling, die zieh te Safed zou willen vestigen.
Als niets mij verhindert, is mijn voornemen morgen ochtend
weder naar de Jordaan af te gaan; van daar längs het meer
Merom naar Kedes-Naftkali en zoo naar Banias. Ik heb
daartoe reeds een akkoord getroffen met eenen gids, zekeren
a b d -e l -k a d e e , een Mohammedaan, die mij ook heden naar
het 3 uren ten NW. van Safed gelegene Sasa heeft begeleid.
Hij schijnt tamelijk wel met de dorpen en ruinen bekend te
zijn. Het is van hem, dat ik omtrent den tegenover Safed
gelegenen Bjelel-Bjermah ben ingelicht geworden, bij gebrek
aan tijd om zelf dit hooge en zwaar begroeide gebergte te be-
zoeken. Onder anderen zeide hij mij, dat de naam Bjermak
alleen aan het NWestelijk gedieelte van het gebergte behoort,
naar een oud gehucht, anderhalf uur ten ZW. van Sasa, aan
deszelfs voet gelegen; maar dat de ZO.zijde daartegen Bjebel-
es-Zeboud genoemd wordt, naar eene gelijknamige ruine aan
dien kant van den berg. Eene andere belangrijke ruine in dit
gebergte is Mdroun, hetwelk men van Safed duidelijk kan
onderscheiden. De Joden gaan daar dikwijls heen op pelgrims-
23