twijfel ik zeer, of Dr. E s opgaven door zijne bestrijders met
genoegzame grouden zijn wederlegd geworden. De resultaten
van zijne tegenwoordige nienwe onderzoekingen, nadat er een
tijdvak van eenige jaren is verloopen sedert zijn eerste bezoek
in de heilige stad, en nadat hij al de theorien en ontdekkingen
van dat tijdsverloop heeft bestudeerd, zullen gewis hoogst be-
langrijk zijn. Een der questien was hem reeds klaar geworden,
die der voorgewende graven namelijk van j o z e f van Arimathea
en n i c o d e m u s in de kerk van het gewaande Heilige Graf. Men
toont in deze kerk twee rotsholen aan als de graven dezer beide
vrome mannen, en wil daarin een bewijs vinden voor de iden-
titeit van de piek met j o z e f ’s hof, waar de Heiland in het
meuwe graf werd gelegd. Dr. r o b i n s o n heeft de rotsholen nog
eens van nabij gaan zien en vond ze naauwelijks 4 voet lang,
een* klaar bewijs dat ze nimmer voor graven hebben gediend.
Een ander punt van onderzoek was de loop van den weste-
lijken muur der voormaligetempel-area, de tegenwoordige Haram-
el-Sjenf. Volgens den platten grond, door de Engelsche Inge-
nieur-officieren a l d r i c h en s y m o n d s in 1841 vervaardigd, heeft
deze muur aan zijn ZWestelijk einde twee regthoekig inspringende
hoeken, die in den platten grond van den Architect f .
c a t h e b w o o d van 1835 niet voorkomen. Het is bekend, dat,
terwijl de Ingenieurs eene volledige trigonometrische opname
maakten van de stad, zij echter niet binnen den muur kwamen
van den Haram-el-Sjerif. De Heer f . c a t h e b w o o d had minder
gelegenheid tot zulk eene naauwkeurige opname van de stad,
doch werd daarentegen toegelaten binnen den omtrek van den
bedoelden muur. Het was dus waarschijnlijk, dat, terwijl het
trigonometrische plan der Britsche Ingenieur-officieren in alle
andere opzigten het volste vertrouwen verdiende, de loop van
den Westelijken tempelmuur naauwkeuriger door den Heer c a -
t h e r w o o d was opgegeven. En zoo bleek het ook te zijn. Door
de vriendelijkheid van Dr. m a c g o w a n , die een lid der familie
van den Pasja, längs dezen west-muux wonende, onder behan-
deling had, gelukte het Dr. R. er zieh in persoon van te
overtuigen. Van het dak van dit huis kan men den geheelen
loop van den westmuur volgen, en de bewoners gaven den
vriend van Dr. m a c g o w a n alle gelegenheid, die in hunne magt
was, om hem het terrein des Harams van daar te doen overzien.
De professor noodigde mij uit hem te vergezellen: //in den
mond van twee getuigen zal alle waarheid bestaan” — voor-
zeker; maar Dr. m a c g o w a n oordeelde wijsselijk, dat het, om
alle opspraak te vermijden, beter ware met zoo weinig mogelijk
personen de zaak te gaan onderzoeken. Ik stel het
volste vertrouwen in het getuigenis van Dr. b o b i n s o n en Dr.
m a c g o w a n , en heb in den platten grond, dien ik u hierbij over-
zend, en die eene verkleinde copy is van de opname der
Engelsche Ingenieur-officieren, den muur naar c a t h e b w o o d s aan-
duiding gecorrigeerd. De Amerikaansche hoogleeraar was bij-
zonder verwonderd, dat deze font in zulk een officieel stuk
voorkwam. Wanneer men de omstandigheden in aanmerking
neemt, die tot deze onnaauwkeurigheid aanleiding gaven, zal
men misschien in deze verwondering niet zoo geheel instemmen.
Ook zou het onoordeelkundig zijn, daarom de geheele opname
der Engelsche Ingenieurs te verwerpen *).
Melding makende van den Haram-el-Sjerif, herinner ik mij,
dat ik u nog niets van den berg Moriah heb meegedeeld. Welnu
ik vraag vergunning, dit door mijne teekening van een gezigt
op Jerwzalem van den Olijfberg genomen te mögen vergoeden.
B a r t l e t t ’s beschrijvingen en illustration, waarin ook de berigten
van c a t h e b w o o d zijn opgenomen, en de fraai bewerkte platen
van R o b e r t s zullen u al meedeelen, wat men er tot nog toe
van heeft onderzocht. Ook het reeds vroeger aangehaalde werk
van Dr. r . r i c h a r d s o n , Travels along the MecHt. etc. 1816/18
is voor eene beschrijving van het inwendige des Harams be-
langrijk. Door eene operatie en verdere geneeskundige hulp,
die hij aan o m a r e f f e n d i , een der hoogste moskee-personen
bewees, kwam hij zoo zeer in de gunst van zijn patient, dat
deze hem vier malen het geheele inwendige der OMAR-moskee
deed zien. Slechts een onderaardsche kelder onder de moskee
bleef voor hem gesloten; maar overigens was er geen plekje,
1) Na mijne terugkomst van het Heilige Land, werd mij aan het »Board of
Ordnance” te Landen goedgunstig toegang verleend tot al de oorspronkelijke opna-
men der bedoelde Ingenieur-Offleieren, en ik verblijd mij uit het nazien dier trigonometrische
bladen mijne getuigenis te kunnen hechten aan hunnen platten grond
van Jeruzalem, zooals die aan het publiek is bekend gemaakt in G. w i l l i a m ’s Holy
City. Indien de aanmerking van Dr. r o b in s o n over de waarde van dit stuk, om
der wille van de ingeslopen fout aan den westmuur des Harams, iemand mögt bewegen
om er met wantrouwen of kleinachting op neder te zien, dan hoop ik door
deze aanprijzing van den bedoelden platten grond iets bij te dragen om zulk een
ongunstig gevoelen weg te nemen.”