maar in geest en waarheid; want God is een Geest, en die
Hem aanbidden moeten Hem aanbidden in geest en waarheid; —
en de Yader zoekt ook deznlken, die Hem alzoo aanbidden” 1),
is volkomen daarmede in strijd. Teregt zegt k o k t e 2) : //Dat
God aan keizer h a d r ia a n heeft toegestaan, de echte plaats van
Golgotha door den tempel van v e n u s te sehenden, had dezen
Christenen kunnen leeren, dat God in uiterlijken kerkbouw geen
welgevallen neemt, al geschiedt het aan zoodanige plaatsen waar
de aarde, door de boosheid der menschen genoopt, niet ge-
schroomd heeft haren mond te openen, en het bloed van Gods
kinderen en dienstknechten in te drinken. Hierdoor is geene
plaats heilig, maar eer vloekwaardig geworden. Ook is de ver-
woesting over vele steden en landen gekomen, omdat het on-
schuldig vergüten bloed om wraak heeft geroepen, waarom ook
dit land en volk reeds zoo lang den vloek hebben gedragen.
De echte plaats van Golgotha heeft door woest te liggen haren
sabbath den Heere gevierd, tot op dezen tijd. En, toen de
afgodische Christenen met hout en steen hoererij begonnen te
bedrijven, en deze plaats, waar het onschnldig Godslam zijn
bloed had vergoten, ook wilden bezoedelen, werden zij met
blindheid geslagen, zoodat zij de regte plaats niet moesten vin-
den." — // Als dit nu zoo is, dan volgt daaruit, dat de overige
plaatsen, als die der kruisiging, des grafs van Ch r i s t u s , der
kruisvinding en alle de reliquien, welke in deze kerk worden
aangewezen, insgelijks valsch zijn, en de vereering derzelve
de grootste gruwel, hoererij, tooverij en afgoderij voor God is.” —
// Zoo kan ook h e l e n a zelve met de kruisvinding bedrogen zijn
geweest.” //Met één woord, zijn de bijzondere plaatsen, in de
zoogenaamde kerk des H. Graf aangewezen, niet die, waarvoor
zij ten onregte worden gehouden, dan is ook de schandelijke
menschen dienst, door de Roomsche Kerk (en ook andere Kerken)
daarin gepleegd, valsch en een gruwel voor God. De
openbaring dezer verborgenheid is voor de Protestanten van
groot gewigt tegen de Roomsche Kerk. Ik vermaan derhalve
alle Protestanten hartgrondig, deze zaak niet gering* en opper-
vlakkig aan te zien, maar daaromtrent te doen, hetgeen zij
volgens hun ambt verpligt zijn te doen, en waarom onze vaders
ten tijde der kerkhervorming goed en bloed gewaagd hebben.”
1) Joh. IV : 21—24. 2) K ö r t e , reis, enz. I dl. bl. 279.
In eene noot voegt hij er, van de Roomsche kerk sprekende,
nog bij: //Dat zij met reliquien afgoderij bedrijven, en dat ook
de reliquien datgene niet zijn, waarvoor zij uitgegeven worden,
zulks geeft eene dubbele verblinding te kennen. Een Protestant
zal zieh niet verwonderen, als hij Jioort, dat de Roomschen
steenen, doodsbeenderen, graven, enz. vereeren. Maar dit is
nog wel verwonderenswaardig, dat zij tot hiertoe der wereld
hebben wijsgemaakt, dat de berg Golgotha, waar de kerk des
H. Grafs op gebouwd is, en de plaats der kruisiging en be-
gravenis daarin aangewezen, de regte plaatsen zijn, schoon alles
valsch is en zij dus in eene dubbele verblinding staan.” Nog
elders i) lezen wij, nadat de schrijver het verbranden der kope-
ren slang door h iz k ia heeft aangehaald: //Als men evenzoo de
kruisen, enz. had verbrand, zou God niet genoodzaakt zijn geworden
m o h am m ed te zenden, ten ein de deze afgodische beeidendienst
met al hare aanhangsels door zulke uitnemende straf-
gerigten te verbannen en het land van zulke afgoden te reinigen.
//En dewijl de Roomsche kerk door het voorbeeld der Grieken
niet wijs is geworden, noch bedacht heeft, wat haar ten laatste
kon wedervaren, maar deze beeiden- en afgodendieust menigvul-
diger heeft gemaakt, dan allen, die vóor haar geweest zijn, zoo
moet men zieh niet verwonderen, dat God haar in zoo eene
schandelijke kalverdienst heeft overgegeven, dat men dagelijks
in de Jeruzalemsche kerk rondom het valsche graf danst en er
op gezette tijden in statelijke processie driemaal rondom hinkt 3).
Aan u zelven, mijn vriend, het meer uitvoerig onderzoek over-
latende, moet ik nog twee punten aanstippen, waarop ook k o k t e
en Ro b in so n reeds hunne lezers hebben opmerkzaam gemaakt.
Yooreerst de absurditeit, dat Golgotha naauwlijks 4 of 5 minuten
gaans van het gerigtshuis van p i l a t u s , aan den .NW.lijken
hoek der tempel-area, zou gelegen hebben. (R o b in s o n heeft
den afstand gemeten en 1223 Eng. voeten bevonden). En ten
1) Id. bl. ^8 5 .
2) S a lom o S c hw e ig e r , die Jeruzalem in 1570 bezocht, a d am b e u s n e r en andere
schrijvers haalt k ö r t e aan tot bevestiging van zijne woorden. Voorts leze
men t . r . jo c l i e e e ’s reis in Palestina, Egypte, Syrie, enz. 1817 j nit bet En-
gelsch vertaald met eene voorrede van r o s e n m u l l e r , Amsterdam 1822, en de
daar aangehaalde «Historische proeve van j . e . p l e s s in g over Golgotha en
C h r is tu s graf, Halle 1769. Bij het körte bestek onzer mededeelingen zij het ons
vergund voor meer bijzonderheden naar deze en andere geschriften te verwijzen.