die ons dierbaar zijn geworden, wanneer men weet, dat ook zij
dezelfde waarde daaraan hechten, dezelfde betrekking op zulke
plaatsen gevoelen. Ten opzigte van plaatsen echter, die voor
ons hooge waarde hebben gekregen om hetgeen er uit het leven
van j e z u s aan is verbonden, het leven van Hem //die ons
lief heeft” wordt dit genot verdubbeld. Ik behoef u dit niet te
zeggen. Gij verstaat mij volkomen. ’t Wordt onder zulke om-
standigheden levendig gevoeld, wat het i s : //den met Hem te
zijn en edn met elkander.”
Zoo vind ik op meer dan eene wijze een geestelijk Jeruzalem
in het stoffelijk Jeruzalem weder, en, gelijk het van alle oor-
den op den aardbol kan gezegd worden zoo van de stad Jerun
zalem in het bijzonder, niet de plaats als plaats, maar de on-
dervinding van ’s Heeren liefde en gunst, in de gemeenschap
met medereizigers naar het hemelsch Vaderland, aan zulk eene
plaats genoten, houdt ons hart aldaar geboeid. Welke feestdagen
zijn de tegenwoordige dagen voor mij, welk eene verkwikking
van het nuttige maar dorre opmeten! Feestdagen, ja die zijn
het inderdaad, en ik wil ze ook als feestdagen vieren. Mijn
hoekmetingsinstrument heb ik in vele dagen niet onder de oogen
gehad. ’t Zal spoedig genoeg weder aan de beurt komen. Thans
moet het rüsten.
Onder de vele reizigers uit Groot Brittannie en de Nieuwe
Wereld, thans in Jeruzalem aanwezig, bevinden zieh sedert gis-
teren ook de eerwaarde heeren e l i s m i t h en r o b i n s o n . Zij
hadden de beleefdheid mij terstond te bezoeken. Wij deelden
elkander onze wederzijdsehe koerslijnen en reisrouten mede, tot
hiertoe reeds volbragt, en de nieuwe dingen, die wij hadden
gezien. Dat zieh uit deze mededeelingen wederzijds eene be-
geerte ontwikkelde om onze resultaten, na volbragte werkzaam-
heden, te vereenigen , kunt gij u wel voorstellen. Dr. r o b i n -
s o n ’s historische kennis is voor de oude geographie van Pa-
lestina van de grootste -waarde. Doch hij is geen geograaph,
en mijne opmetingen worden wederkeerig van de grootste waarde
voor zijne geschiedkundige onderzoekingen. De combinatie lacht
mij toe als iets, dat belooft tot zeer rijke uitkomsten te leiden.
Nogtans ik ben tot dus verre geheel onafhankelijk arbeidende
geweest, met niemands steun of hulp, en de verbinding van mijn
werk aan dat van den Amerikaanschen hoogleeraar heeft van
dien kant zeer groote zwarigheden in. ’t l s waar, de naamvan
Professor k o b i n s o n is eene uitmuntende paspoort; daarmede
zouden mijne opmetingen gemakkelijk toegang vinden bij het
publiek; maar waartoe, zoo denk ik dan weder, is zülk eene
paspoort noodig? Indien mijn werk in innerlijke gehalte waarde
heeft, dan zal het voor zieh zelf spreken, en indien niet, dan is de
bijvoeging van een geaccrediteerden naam een pronken met eens
anders vederen. Ook zou de uitgave mijner opnamen dan in
N. Amerika moeten plaats hebben, hetgeen mij misschien vele
voordeelen, maar ontegenzeggelijk ook vele zwarigheden zou
aanbrengen. Welligt, als ons leven gespaard blijft tot aan het
einde onzer reis, zal ik beter in staat zijn dan nu om hierin
zoodanig besluit te nemen, als meest aan de geographische kennis
van Palestina dienstbaar is.
Intusschen heeft de Heer e l i s m i t h zijn klein //Smalkande-
kompas” met mijne //boussole d’arpenterie” vergeleken, daar het uit
de verificatie van sommigen onzer peilingen was gebleken, dat onze
hoeken hier en daar verschillen. Het resultaat dier vergelijking
is, dat in sommige kompasstreken de naald van het instrument
van den Heer s m i t h 3 en 4 graden meer afwijking heeft dan
de naald van het mijne. Dit verklaart mij nu ook eenraadsel,
dat mij al meer dan eens is voorgekomen op plaatsen, waar ik
hoeken meet, die vroeger door Dr. r o b i n s o n en s m i t h op
hunne eerste reis ook zijn gemeten geworden. Sommigen dezer
hoeken komen met de mijnen wel overeen, maar al degenen, die
in de rigting der bedoelde kompasstreek vallen, verschillen 3 ,
4, 5 graden, en soms zelfs meer. De Heer e l i s m i t h heeft
op die reis van hetzelfde Smalkande-kompas gebruik gemaakt,
dat hij ook thans bezigt, en de fout, waarschijnlijk het gevolg
van eene onnaauwkeurige graadverdeeling der cartonnen kompas-
roos, is dus ook in al zijne vorige hoekmetingen ingeslopen.
Dat zulks van grooten invloed op r o b i n s o n ’s kaart moest zijn
en ook nu wederom zal moeten zijn, zult gij ligt begrijpen,
al zijt gij geen ingewijde in het vak.
Dr. r o b i n s o n vindt in Jeruzalem veel te onderzoeken. De
archeologie der //heilige stad” beslaat een zeer gewigtig gedeelte
van zijne Biblical-Researches. Sedert hem echter zijn W i l l i a m s ,
s c h t j l t z en anderen met hunne ontdekkingen, theorien, hypo-
thesen en bestrij dingen voor den dag gekomen. Dezen in loco
te onderzoeken is voor den scherpzienden man van groot belang.
Yoor zoover ik mijn gevoelen daarin mag mededeelen,