---------- -------- ------------------------- --------------- ---------
REIS MAAR SYRIE EM PALESTIMA.
EENIGE DAGEN TE JERUZALEM.
Jeruzalem 20 Maart 1852.
Waardste vriend!
Het was noodig, dat ik eenige dagen voorbij liet gaan vdor
het weder opnemen mijner pen. Jeruzalem te beschrijven is
geene kleinigheid, ja, ik mag wel zeggen in mijn geval, grenst
aan het onmogelijke. Met al de studie waarmede ik mij op
de topographie van Jeruzalem heb voorbereid, en met al de
boeken en platte gronden om mij henen, ben ik nog niet half
in loco georiënteerd, veel minder gevoel ik mij in staat om
een beslissend oordeel te uiten over localiteiten, waarover de
geleerden zulke wijd uiteenloopende berigten hebben medege-
deeld of onderling strijdige theoriën hebben gevormd. Ik weet
wel, er zijn reizigers, die met een oppervlakkig oog en met
eene prétentieuse magtspreuk het vonnis veilen over datgene,
wat zij slechts in het voorbijgaan zien; maar ik beken Hever
onkunde, dan de verwarde berigten der Jeruzalem-reizigers
met nog meerdere te verduisteren. Daarbij bemerk ik uit uwen
brief, dien ik onlangs te Jaffa ontving, dat gij eene veel
te hooge verwachting koestert van mijn bezoek in de heilige
stad. Gij doet mij vragen betrekkelijk de ligging van vele
punten, die een langer verblijf dan een dag of wat vorderen
1