worden; 5113 anderen zijn van hulp- en geneesmiddelen voor-
zien zonder directe opname in het gebouw, en 2713 patienten
werden aan hunne eigene woningen bezocht *).
1) Maar niet alleen door het hospitaal, ook door private geneeskundige hulp wordt
thans een aanrakingspunt met de Joden gezöcht en een weg tot hun hart. »Om
hiertoe te geräken, zoo schreef mij de Heer crawford in het einde van 1852,
heb ik besloten toevlagt te nemen tot mijne vroegere professie, namelijk de ge-
neeskunde. Ik heb een winkel gehuurd in het midden van de Jodenwijk, waar ik
dagelijks eenige nren zal doorhrengen, omgeven door eenen voorraad geneesmiddelen
en tevens Bijbels en traktaatjes. De oppositie tegen zulk eenen maatregel zal na-
tuurlijk groot zijn: reeds hoor ik , dat de Babbijnen den Joden verboden hebben
mijnen winkel te bezoeken; maar desniettemin zal ik veel gelegenheid hebben om
de Joden aan te spreken; want de winkel is zoo gelegen, dat ik mij met mijne
naaste buren onderhouden kan, zonder hen in de uitoefening hunner gewone be-
zigheden te stören, terwijl ik zelf binnen’s hnis kan blijven zitten. Ik zal beproe-
ven het voorbeeld van Dr. kalley na te volgen, namelijk papieren nit te deelen,
waarop aan de eene zijde het voorschrift staat geschreven, dat de kranke noodig
heeft, terwijl op de andere zijde Bijbeltexten en körte argumenten in het Hebreeuwsch
zyn gedrukt. Velen beschouwen dit plan als fantastisch en ondoelmatig: ’t is ook
zeer mogelijk dat het aan het doel niet beantwoordt; maar in een’ arbeid zoo moeijelijk
als die der Evangelieverkondiging onder de Joden, moet men doen wat men kan
en waartoe men zieh gedrongen gevoelt, vertrouwende dat ons meer licht gegeven
zal worden, naarmate wij het noodig hebben.”
Eenige maanden later schreef de Heer crawford: » In Januarij (1853) opende
ik mijnen kleinen winkel in de ■Jodenwijk, met het doel om gratis geneesmiddelen
uit te deelen en geneeskundige hulp, daar het getal zieken zeer ver dat der lig-
plaatsen in het hospitaal overtrof; en tevens in de hoop om meer persoonlijk
met de Joden en hunne barbaarsche dialecten bekend te worden. Aan mijne ver-
wachting is in groote mate beantwoord geworden. Aanvankelijk meldden er zieh
bijna meer Joden aan, en onder hen sommigen der voornaamste Babbijnen, dan ik
kon te woord staan; maar nadat ik eene poging heb aangewend om in de straat
te preeken, zijn allen met ex-communicatie gedreigd geworden, die het zouden
durven wagen, zieh met mij in aanraking te stellen, en sedert dien tijd komen mij
slechts weinige Joden bezoeken. Intusschen heb ik door dit middel met velen kun-
nen spreken, wien ik anders geheel vreemd zou gebleven zijn. Op zekeren morgen
vond ik de winkeldeur beplakt met een geschrift, dat zooveel moest beteekenen als
het initiatief tot eenen strijd. Van mijne zijde ben ik daartoe echter ongenegen.
Ik schreef een tegenstuk tot antwoord, met vermijding van al de grofheden, die
in hun plakkaat voorkwamen; velen der Joden hebben dit gelezen, daar ik er een
exemplaar van opgehangen had in mijnen winkel, en ik ondervond nu het voorddel
van een stnk in loco geschreven, onder omstandigheden, die algemeen zijn bekend;
want ofschoon de Joden geen traktaatjes willen lezen, zoo lezen zij nogtans hetgeen
over locale gebeurtenissen handelt, waarin zij zijn betrokken.”
Een meer uitvoerig berigt over het preeken in de straat, waarvan de Heer c r a w f
o r d melding maakt, vindt men in »the Jewish Intelligence,” Julij 1853, bl.
252 etc. Het is opmerkelijk, hoe zieh de Zuid-Europesche nieuwsbladen gehaast
hebben, deze poging tot Evangelie-verkondiging over te nemen, echter met hunne
commentarien over hetgeen de Heer c r a w f o r d bij die gelegenheid van de Joden
had te lijden. Uit het July-nommer van de Jewish Intell. laten wij hier nog
Bij het spreken over den arbeid der zelfverloochenende liefde,
die zielen van het verderf zoekt te redden, en daartoe vooral den
weg inslaat van bijstand aan kranken, moet ik u ook de Jeru-
zalemsche Diakonessen-inrigting vermelden van Pastor fliedneb
van Kaizerswerth. //Toen er gedurende verscheidene maanden van
eene vertaling volgen van het Joodsche plakkaat op den winkeldeur, en van het
antwoord des gehoonden en mishandelden zendelings.
» Joodsche jplaklcaten” — »Een siecht teeken, deze läge en oureine ketterij! Zijn
naam en nagedachtenis zullen uitgewischt worden. Uw domme kop heeft in onze
straten een’ Winkel geopend, en gij weet niet wat gij maar doen zult om de heilige
Israelieten te verkeeren, met geld hetwelk gij alle maanden onder de armen uit-
deelt, of met listige woorden van bedrog. Gij hebt ook getracht te preeken; maar
toen gij dit in de wijk der Joden begonnen zijt, hebben wij u gedaan zooals het
ons goed dacht. Wee u , wee uwe ziel! gij hebt deze wereld verbenrd en de toe-
komende insgelijks. Wat zijt gij? Slechts een vuile hond; en in uw preek hebt
gij gezegd: » En al het huis Israels, en ” . . , . (zoo ver had de drogman het eene
plakkaat afgeschreven, toen een Jood toelrad en beide plakkaten afscheurde).
Het antwoord van den Heer crawford laidt als volgt:
» Zegent hen, die u vervloeken.”
»Tot de wet en de getuigenis.”
»Mannen Broeders! Daar gij mij beschuldigt van geld uit te deelen onder de
arme Joden, om hnnne zielen te verleiden, zoo beloof ik hierbij geld te geven,
niet aan de armen en ongeleerden, maar aan de wijzen en grooten onder ulieden,
die in staat zullen zijn om opentlijk uit mozes en de Profeten de volgende punten
te bewijzen:
K Duizend piasters aan iederen Babbi, die bewijzen kan, dat de wet, tegenwoor-
dig door de Joden gevolgd, dezelfde wet is, welke God aan mozes gaf, zonder
eenige toevoeging of verandering van menschelijke voorschriften.
3 Duizend piasters aan iederen Babbi, die bewijzen kan, dat de wet, thans door
de Joden gevolgd, in staat is om eenige ziel za!ig te maken voor de toekomende
wereld.
I Duizend piasters aan iederen Babbi, die bewijzen kan, dat alle menschen, Joden
zoowel als Heidenen, niet van nature onder Gbds vloek en toorn zijn, en in
gevaar van de eeuwige verdoemenis.
T Duizend piasters aan iederen Babbi, die bewijzen kan, dat eenig mensch voor
God geregtvaardigd kan worden anders dan door het geloof in den Messias, » den
Spruit van dayid ” en » den Heer, onze geregtigheid.”
ti Duizend piasters aan een iegelijk, die bewijzen kan, dat de Messias niet de
Zoon van God is, zoowel als de Zoon van david.
1 Duizend piasters aan een iegelijk, die bewijzen kan, dat het tijdstip, hetwelk de
Profeten hebben aangewezen, als de komst van den'Messias, niet reeds lang voorbij is.
t Duizend piasters aan een iegelijk, die bewijzen kan, dat de Messias niet eerst
in zwakheid moest komen, om voor de zonden van Israel en de Heidenen te lijden
en te sterven, alvorens als Koning te verschijnen in magt en heerlijkheid om de
wereld te oordeelen.
O Duizend piasters aan een iegelijk, die bewijzen kan, dat jezus van Nazareth
niet de ware Messias is , de Zoon van david en de Zoon van God.
De toegezegde 8000 piasters zullen betaald worden aan iederen Jood, in Jeruza-
lern of elders, die de bovengestelde punten uit mozes en de Profeten kan bewijzen.”