Welke muur dit geweest is, blijkt genoegzaam uit hetgeen
tot aanvulling van het boven beschrevene in het XXXII. hoofdst.
van het 2. boek der Kronyken staat opgeteekend: //Zoo ver-
sterkte h iz k ia zieh, en bouwde den geheelen muur weder op,
die gebroken was, dien hij optrok tot aan de torens, met eenen
anderen muur daar buiten, en hij versterkte Millo in de stad
Da v id s .” Mij dunkt, de muur-fondamenten, die ten NW. van den
tegenwoordigen NW. muur, digt längs g ih o n ’s Oppersten vijver,
heenloöpen, laten geen twijfel meer aangaande dien anderen muur
daar buiten over ; of men moest met w il l ia m s zulk een vast
plan van overleverings-autoriteit hebben beraamd, dat men, ook
tegen alle eenvoudige en klare overtuiging aan, de lokaliteit
van den Oppersten Gihon-vijver verwerpt, om daarmede den loop
van den muur van h iz k ia te verduisteren. Wat er ook aan
Jeruzalems omgeving moge veranderd zijn, het blijkt uit de
Schrift duidelijk, dat n e h e m ia den muur herstelde en herbouwde
zooals hij te voren was geweest], en er bestaan geene documenten,
gewijde of ongewijde, waaruit het blijkt dat Jeruza-
lems omwalling in de dagen van onzen Heer anders dan in
n e h e m ia ’s tijd is geweest. De ÿveraars voor de identiteit van
de Grafkerk halen wel eene menigte van zaken bij om het
tegendeel te bewijzen, en door hunne spitsvindige twijfelingen
aangaande klaar bewezen stukken brengen ze den overlevering-
lievenden beschouwer ligt aan het wankelen; maar indien men
zieh aan de eenvoudige waarheid houdt, voorgelicht door de
Heilige Schrift, dan kan ook de oppervlakkige bezoeker van
Jeruzalem en de ongeletterde lezer, die den platten grond der
stad voor zieh heeft, de ongerijmdheid hunner beweringen be-
grijpen. Het is ook hier waar, dat, hetgeen duidelijk en klaar
is in zijnen eenvoudigen staat, duister en onoplosbaar wordt
door eene omgeving van ongeëikte bijvoegsels. Doch de over-
levering heeft bij de mannen van de Grafkerk veel gewigt : voor
haar moet alies zwichten. Kom, laat ons dan eens zien wat
toch die gewigtige overlevering vertelt.
Keizer h a d r ia a n , zoo heet het, verbolgen in den hoogsten
graad tegen de oproerige stad, deed Jeruzalem met den grond
gelijk maken. Een jaar later (136 n. C.) stichtte hij op haar
puin eene nieuwe stad, die hij Aelia Capitolina noemde en met
1) The Holy city.
— 37 —
altaren aan de goden der Romeinen gewijd vervulde. Wáár hij dit
Aelia stichtte, daarover is men het niet geheel eens. Sommi-
gen zeggen op den heuvel Gihon ; c h a t e a u b r ia n d beweert (hij
is een der voorvechters ter gunste der Grafkerk) dat Aelia juist
gebouwd werd, waar de tegenwoordige stad is x). Genoeg, h a d
r ia a n was vol van haat en bitterheid beide tegen Joden en
Christenen en deed op hunne heiligste plaatsen, den berg Moriah
en den heuvel Golgotha, twee tempels oprigten aan J u p it e r en
v e n u s gewijd. Aldus werd een Heidensch Keizer, zonder zulks
te willen, het middel om de kruisplaats der vergetelheid te ont-
rukken. De heilige piek bleef in dezen toestand tot dat h e l e n a ,
de moeder van Keizer k o n s t a n t i jn , in 325/26 op eene bede-
vaart door het Heilige Land den afgodstempel deed wegruimen.
Door een mirakel vond zij het kruis terug waaraan de Heiland
werd genageld en ook de plaats waar het stond geplant toen de
aarde in drie uren lange duisternis voor het aangezigt des heelals
lag verborgen, en het was hier dat zij eene bidplaats deed stich-
ten, die kort daarna door k o n s t a n t i jn werd vergroot, om
tevens de lokaliteit van ’s Heilands graf onder hetzelfde dak te
besluiten. De eerste Christenen, zoo voegt men er doorgaans
bij, waren te zeer aan hunnen Yerlosser gehecht, om zijne
sterf- en begraafplaats te kunnen vergeten; op deze plekken
te bidden was hun boven alles dierbaar; dat de kennis van
Golgotha's ligging dus tot op den tijd van h a d r ia a n ’s ver-
woesting bewaard bleef, is boven alien twijfel verheven.
Maar behalve dat, hetgeen de overlevering aanvoert, op geene
historische bescheiden berust, zoo zwijgt zij ook van de 65jarige
afwezigheid der eerste Christenen, die tijdens het beleg van t it u s
van Jeruzalem naar Pella in het Oost-Jordaansche de wijk had-
den genomen, een tijdvak gedurende hetwelk de heilige stad
aan onafgebroken vertreding en verwoesting was blootgesteld,
waardoor het toen allezins mogelijk is geweest, dat Golgotha in
//den gruwel der verwoesting” en al zijnen nasleep van eilende
en vernieling is verloren geraakt. Althans dat zulks kon plaats
hebben, is met den toenmaligen toestand der dingen allezins
bestaanbaar. Dat h a d r ia a n later op Golgotha den VENUs-tem-
1) C h a te a u b r i a n d , Itinéraire de Paris à Jeruzalem tom 8 p. 23 note. Hoeveel
-waarde men aan de argumenten van dien geletterden reiziger kan hechten, heeft
Rob in so n in zjjne Biblical Researches getoond.