
 
		vier,  van  welken  ik  een  uitgeftrekt  gezigt  over  
 het  binnenland  had;. ik vond het  aangenaam  afge-  
 wisfeld  met  bergen,  dalen  en  groote vlakten,  die  
 op  veele  plaatfen  rijk  met  hout bedekt waren.  Wij  
 namen  deezen  avond  eenen  uitgang  van  den  eer-  
 ften wagter  van Jupiter waar,  die  ons  2140 53'45''  
 voor  de  Lengte  gaf.  De waarneeming,  die  den  
 negen  en  twintigften  Junij  gedaan was,  had  2140  
 42'  30"  opgeleverd;  het  midden  getal  is  2140  
 48'  7j",  de  Lengte  van  deeze  plaats  ten  Westen  
 van  Greenwich.  - 
 Ejen  zeventienden  zqnd ik  den Huurman  en  een’  
 van  de  onderftuurlieden  met  de  pinas  om  eenen  
 doortocht  ten  Noorden  te zoeken  en  ik gong zelf  
 met  den  Heer  p ank s   en Doftor  sol and er in  
 de bosfchep  aan  de  overzijde van  het  water.  Tu-  
 p i a ,  die  in  zijne  eenigheid daar geweest was, verhaalde  
 dat  hij  drie  Indiaaneji  gezien  had,  die  hem  
 enige wortelen  gegeeven hadden,  zoo  dik als  eens  
 menfchen  vinger,  in  gedaante  niet  ongelijk  aan  
 een’  radijs  en  van  eenen  zeer  aangenaamen  fmaak.  
 Dit  deed  ons  pvervaaren  ,  hoopende  dat  wij  in  
 ijaat  zonden  zijn  nader  kennis met de inboorlingen  
 te  maaken:  binnen  zeer weinig  tijds  ontdekten wij  
 vier  van  dezelve  in  eene  kano,  , die,  zoo'  dra  zij  
 ons aan wal  zagen  koomen,  en  fchoon  zij  ons alle  
 nog  vreemd  waren,  naar  ons  toe  kwamen zonde.r  
 enige  agterdogt  of vrees  te  laaten  blijken.  Twee  
 hadden  hals - fieraaden van  fchulpen, welke  
 K  5  wij