alle begrepen zijn die in ftaat zijn de wapenen tö
draagen. Zij hebben middelen om het gantfchö
land in een zeer korten tijd door feinen op de been
tp brengen en dan moet de land-militie zig on*
middelijk naar de Had begeeven. 4
De Franfchen op Mauritius worden vati deezö
plaats van gezouten vleesch, tweebak, meel en
wijn voorzien; de levensmiddelen , welke de
Franfchen voor dit jaar bedongen hadden, waren
500,000 ponden gezouten rundvleesch, 400,000
ponden meel, 400,000 ponden tweebak en 120a
leggers wijn.
In den morgen van den veertienden April ligte-
den wij het ankers wij zeilden de baai uit en anker-*
den ’s avonds ten vijf uuren onder het Pinguïn of
Robben - Eiland: hier bleeven wij den geheelen
nacht liggen, en, alzoo ik ’smorgens niet zeilen
kon, uit gebrek aan wind, zond ik eene floep
naar het eiland om enige ardjkelen van weinig
aanbelang, die wij vergeeten hadden aan Se Kaap
in te neemen. Doch zoo dra de floep digt aan
den wal kwam, riepen de Hollanders haar toe eö
waarfchuuwden het volk niet te landen, terwijl
zij zes mannen, met fnaphaanen gewapend, me-
debragten, die zig op het ftrand in linie fchaar-
den. De officier, die in de floep het bevel voerde,
het der moeite niet waerdig rekenende het leven
van het volk, dat ’er in was, te waagen om
enige kooien, die alles waren wat wij nodig hadden,
keerde naar het Fchip terug. Wij wisten in
het eerst niet aan welke reden wij deeze afwijzing
zouden toefchrijven, maar wij herinnerden ons
naderhand dat de Hollanders aan de Kaap misdaa»-
digers, welke den dood niet verdiend hebben, voor
een zeker getal jaaren, geëvenredigd aan de misdaad
, naar dit eiland bannen en dat zij hen als
flaaven gebruiken om kalk-fteen te graaven, die,
• fchoon fchaarsch op het vaste land, alhier in overvloed
is en dat een Deensch fchip, dat een groot
gedeelte van het volk door ziekte verloren hack,
€n welk men aan de Kaap hulp had geweigeid,
naar dit eiland afgezakt was, de floep naar land
had gezonden, en de wagt gevangen genoomen
hebbende, zoo veele van de misdaadigers had me-
.degenoomen als het meende nodig te hebben om
t’ huis te koomen \ wij beflooten dan dat de Hollanders
, om voortaan voortekoomen dat men hunne
bannelingen niet medename, aan hun volk alhier
bevel gegeeven hadden niet toetelaaten dat
eene floep van enige vreemde natie aan land
kwame.
Den vijf en twintigften, des agtermiddags ten
drie uuren, ligteden wij het anker met een labber
koeltjen uit het Z. O. en liepen in zee. Omtrent
een uur daarna verlooren wij den Heer r o b e r t
m o l l i n e u x , een’ jongman van goede bekwaamheden,
maar ongelukkiglijk overgegeeven aan on