voorwerpen ontvangende, het kind, geduurende
haare zwangerheid daar mede overeenftemmende
trekken en kleur mededeelt, zal het even zoo
moeijelijk zijn de uitwerking van deeze oorzaak
afteleiden, op zuivere natuurkundige gronden als
van de andere; want men kan niet beter aantoo-
nen hoe een enkel denkbeeld, in de verbeelding
van de moeder opgevat, de lighaamlijke gedaante
van haar kind konne veranderen dan hoe deszelfs
gedaante veranderd konne worden enkel door plaats-
lijke ligging. Wij weeten dat menfchen, binnen
den kleinen kring van Groot-Brittannie en Ierland,
die Hechts op den afftand van twee of drie
honderd Engelfche mijlen van elkanderen geboren
zijn, onderfcheiden kunnen worden aan hun
Schotsch gezigt, Welsch gezigt, of Iersch gezigt;
mogen wij dan niet met reden onderftellen dat ’er
in de natuur hoedanigheden gevonden worden,
die kragtig? werk - oorzaaken zijn en die egter
niet te onderkennen zijn door een van de vijf wijzen
van gewaar te worden, die wij de zinnen noemen
? Een doof man, die de fnaar van een klave-
cimbaal ziet trillen, als ’er een overeenftemmende
toon door het blaazen in eene fluit op eenen af-
ftand van dezelve wordt voortgebfagt, zal eene
uitwerking zien, van welke hij niet beter kan begrijpen
dat de oorzaak in het blaazen van luqht in
de fluit is dan wij de oorzaak kunnen begrijpen
waarom h€t perfQQuUjk verfchil van de onder-*
fche!-1
fcheiden bewooneren van den aardbol enkel in de
plaatfen daar zij zig bevinden gelegen is; en hij
kan zig niet beter een denkbeeld vormen van de
oorzaak zelve in het een geval dan wij in het an*
der: hetgeen hem dan gebeurt, omdat hij maar
vier zinnen,heeft in plaats van vijf, kan, met op-
zigt tot veele verfchijnzelen der natuur, ons gebeuren,
omdat wij maar vijf zinnen hebben in
plaats van zes of meerdere.
Misfchien is egter ook de geleerdheid van oud
Egypte langs twee wegen voortgegaan, een door
Africa en een door Afia, terwijl zij dezelfde woorden
langs eiken weg verbreid heeft, bijzonderlijk
de woorden, die getallen betekenen, die dus gedeelten
geworden zijn van eene taal van volkeren,
die nooit gemeenfchap met elkanderen gehad heb j
ben.
Wij fpoedden ons nu zoo veel wij konden naar
de Kaap de Goede Hoop, maar de zaaden van
ziekten, welke wij te Batavia opgedaan hadden,
begonnen zig met de dreigendfte verfchijnzelen te
vertoonen in buikloopen en fleepende koortfen.
Vreezende dat het water, dat wij op Prinfen E i -
land ingenoomen hadden, enig deel aan onze
ziekten mogt gehad hebben, zuiverden wij het
met kalk, en wij waschten alle de deelen van het
fchip.met azijn, als een middel tegens de befmet-
ting. De Heer b a n k s was ook onder de zieken
en hij was enigen tijd zeer gevaarlijk. Wij
F f 5 wa