
ren, loefden wij langs de kust W. N. W. naar het
verst land, dat wij in het gezigt hadden. Op den,
jniddag was onze Breedte , bij waameemingx
230 52' Z .; het noordlijk gedeelte van Trapgans
Baat was tien Engelfche mijlen Z. 62 O. en het
noordlijkst land in het gezigt N. 60 W. van ons;
on2ie Lengte was 208° 37' en onze affland van de
naaste kust zes Engelfche mijlen met veertien vademen
water.
Het was tot vijf Uuren in den agtermiddag Hil,
maar naderhand Huurden wij voor den wind N.
W. gelijk het land lag, tot tien uuren ’s avonds,
en toen lagen wij bij, hebbende doorgaans veerden
en vijftien vademen water gehad. Ten vijf
uuren in den morgen gongen wij onder zeil en,
toen het dag wierd, lag de noordlijkfle punt van
het groot land N. 70 W. Kort daarna zagen wij
meer land, dat zig als eilanden op deed en in het
N. W. t. N. lag. Ten negen uuren waren wij regt
over de punt op den afftand van eene Engelfche
mijl met veertien vademen water. Ik bevond dat
deeze punt regt onder den Steenbokskeerkring lag
en om die reden noemde ik haar Kaap Steenbok,
zij ligt op de Wester Lengte van so8° 58', is van
eene aanmerklijke hoogte, ziet ’er wit en dor uit
en kan gekend worden aan enige eilanden, die
ten N. W. van dezelve en enige kleine klippen,
die omtrent eene mijl Zuid-Oostwaarts liggen.
Aan de West zijde van de Kaap fcheen een mek
se
DE WAERELD» [Mey 1770} 6f
f
te zijn en op de twee punten, die den ingang
vormden, zagen wij eene ongelooflijke menige
van de groote vogelen * die naar pelikaanen gelijken.
Het noordlijkst land dat wij nu in het
gezigt hadden lag N. 24 W. van Kaap Steenbok
en deed zig als een eiland op; maar het groot
land week W. t, N. ; N* weg, Welke koers wij
dan ook Huurden, hebbende van vijftien tot zes
vademen, en van zes tot negen * met eenen harden
zand-grond. Op den middag was onze
Breedte bij waameeming »3° 24' Z. j Kaap Steenbok
lag Z . 60 O. twee mijlen van ons en een klein
eiland N. t. O. twee Engelfche mijlen i op deeze
plaats hadden wij negen vademen, zijnde omtrent
vier Engelfche mijlen van het groot land, dat,
aan zee, laag en Zandig is, behalven de punten*
die hoog en rotsachtig zijn. Het land is binnen*
waarts heuvelachtig, maar in geene deelen bekoorlijk
van aanzien, Wij bleeven Noord - West-1
waarts fluuren tot des namiddags ten vier uuren *
toen het flil wierd; en kort daarop ankerden wij
in twaalf vademen water, hebbende het groot
land en eilanden, om zó o te lprêeken * geheel
rondom ons en Kaap Steenbok Z. 54 O. op den
iifHand van yier mijlen. ' In den nacht bevonden
wij dat het getij ten naasten bij zeven Voeten op
en neder gong, en dat de, vloed westwaarts
jiep en de eb oostwaarts , dat juist het tegendeel
was van hetgeen wij ondervonden had*
E 3> den ?