die 'wezenlijk zoo niet is ; de kleur is geel en veel
donkerer dan die van eene jonquille, met welke
zij in reuk enige gelijkenis heeft.
2. De Cananga, of de Uvarla Cananga is
eene groene bloem , die naar geen eenen bloeizem
van enige boom of plant in Europa gelijkt: zij
gelijkt ook indedaad meer eene bos bladeren dan
eene bloem; derzelver reuk is aangenaam, maar
haar geheel bijzonder eigen.
n De Mulatti of Ny&anthes Sambac. Deeze
is in de Engelfche broei-kasfen wel bekend onder
den naam van Arabifche jasfemijn: zij groeit
hier in den grootften overvloed en derzelver reuk
is, gelijk die van alle andere Indifche bloemen,
fchoon alleraangenaamst, niet zoo overfterk als
waardoor fommige van dezelfde foorten in Europa
uitmunten.
4 , 5. De Combang Caracnasfï en Combang
Tmqüin of de Percülaria glabra de gladde Luif-
felbloem. Deeze zijn kleine bloemen van het ge-
flacht Van den Bondsdood oïApocynum, in gedaante
en reuk zeer veel naar elkanderen gelijkende ,
fterk riekende, maar zeer veël Verfchillende van
alle voortbrengzelen van de Europifche tuinen.
6. De Bonga Tan jong of de Mimujops Ëlengi
van LiNNAEUs. Deeze bloem is van gedaante als
eene Haf van zeven of agt draaien en is omtrent
eene halve duim in middellijn ; zij is van eene
geelachtige kleur en heeft eene aangenaame reuk.
Bek
J g é
D E W A E R E L D . [pee. 1770] 403
yL
Ëehalven deeze is ’er ook nog de Sundal Ma-
lam of Polyanthes Tuberofa. Deeze bloem, welke
dezelfde is met onze Tuberoos , kan geene
J>laats hebben onder die, welke in Europa onbekend
zijn ,‘ maar ik fpreek ’er van om haa-
ren Maleitfchen naam, die nacht -coquètte betekent,
en welke niet kwalijk bedagtis. De warmte
van deeze luchtftreek is zoo groot, dat weinige
bloemen haare reuk bij dag verfpreidén; en deeze
bloem in het bijzonder feliijnt, door haar volkoo-
men gebrek aan reuk op dien tijd en door haarè
zedige kleur, die wit is, geene bewondering naar
zig te willen trekken; maar zoo dra de avond
valt, verbreidt zij haare aangenaame reuk en
dwingt eensklaps de aandacht en trekt de goedkeuring
van alle die haar naderem
Deeze bloemen worden alle avonden, bij het
ondergaan der zon, | langs de Hraaten verkogt,
hetzij aan eene draad geregen, in flingers van omtrent
twee voeten lengte, of in ruikers van ver-
fehillende gedaanten, die voor omtrent eene hal*
ve Huiver hét Huk gekogt kunnen worden. Be-
halven deeze zijn ’er, in bijzondere tuinen, veele
andere aangenaame bloemen , die men niet in eene
genoegzaam« menigte kweekt om ter markt ge-
bragt te worden; Zoo mannen als vrouwen ftrooi-
en een mengzel van deeze bloemen met de bladeren
van eene plant, Pandang genaamd, in hun
hair en hunne klederen; ja hunne wellustige weelde
C c a gaat