4 5 4 D an' ï / r 1] R E I 2 R R O N D O M
aan alle deeze gelijk, dat nog moeijelijker opte-
losfen is, Dat de naamen der getallen in het bij*
zonder enigermaate aan alle deeze landen gemeen
zijn zal uit de volgende vergelijkende tafel hlij*
ken, welke de Heer banks . opmaakte met hulp
van eenen Neger - Haaf, van 'Madagaskar gehoor*
tig, die aan boord van een Engelsch fchip te Ba-
pavia was en die hém wierd toegezonden om zij*
ne nieuwsgierigheid in dit opzigt te kunnen vol*
doen,
Z u id - z e e , M a le it s ch . Javaanse^. P r , E i la n d . Madagj.
E e n . Tcthie. $atM< S i g t • " Heg ie. We.
T w e e . R u a . Dv .a . . Loroit. h R u a . R u a .
D r ie . ToroUt - Tiga. Jn lh i. ■ Tollu, Tellou..
Vier*. Haa. • Ampat. Pappat, Opat. E ffa ts,
■ Vijf, Reina. R im a . Rimo. Rima h. Ritni.
Z e s , JVheney, Annam. Nunnam. Gunnap. • E n e .
Z e v e n , fte tu . Tudju. P e tu . Tudju. Titou.
A g t , Waru< . . E tla p a u . . Wolo. R e lap a n. W a lo n ,
N e g e n , Iv a . $(.mbilan. Songo. . Salapan. S iv i.
T ie n , Ahouraa. Sapoutau., Sapoulou., Sapoulou. T o uw .
In de Madagaskarfche taal zijn nog andere
woorden, die gelijk zijn aan woorden van dezelfde
betekenis in het Maleitsch, De neus worde
in het Maleitsch Erung genaamd, op Madagaskar
Ouroii; Liicty de tong, is Lala; Tangan, de
hand, is Tang; enTanna, de grond, is Taan.
Uit de gelijkheid tusfehen de taaien van' de
OoSE*
D E W A E R E L D . IJan. 1771] 455
Oost-Indieën en de Eilanden in de Zuid-zee kan
men gisfingen vormen met opzigt tot het bevolken
van deeze landen, welke niet gemaklijk op
Madagaskar kunnen toegepast worden. De in-
wooners van Java en Madagaskar fchijnen een
verfchillend gedacht te zijn; de Javaan is olijfkleurig
van vel en heeft lang hair; de inboorling
van Madagaskar is zwart en zijn hoofd is niet
met hair maar met wol bedekt en egter is dit geen
zoo flerk bewijs tegens de Helling dat zij van eene
zelfde afkomst zijn als het in het eerst wel fchijnt.
Het fchijnt niet minder moeijelijk reden te gee-
ven van het perfoonlijk verfchil tusfehen eenen
inboorling van Engeland en Frankrijk als eene
uitwerking van enkel plaatslijke ligging dan van
het verfchil tusfehen de inboorlingen van Java
en Madagaskar en egter heeft men nimmer gefield
dat Engeland en Frankrijk niet uit gemeene
voorouderen zijn bevolkt geworden. Als twee
inboorlingen van Engeland in hun eigen land trouwen
en naderhand naar onze volkplantingen, in de
West - Indieën verhuizen, zullen de kinderen,
die daar ontvangen en geboren worden, de kleur
en wezenstrekken hebben, welke de Creoolen
önderfcheiden; als zij weder terug koomen, zullen
de kinderen, die daarna ontvangen en geboren
worden, geene zulke kenfehetfende trekken
hebben. Zoo men zegt dat de geest van de moeder,
indrukzelen van verfchillende uitwendige
F f 4 voor