uit Europa aangebragt worden en daar bijna alle
de klerken hun werk verrigten. ■ Op deeze plaats
liggen ook zeer veele Hukken gefchut; of deeze
dienen moeften om ,op de wallen te leggen dan
om de fchepen te voorzien, konden wij niet ver-
neemen, en men zegt dat de Maatfchappij wel
van buskruid voorzien is, dat in verfcheiden magazijnen
verdeeld is, opdat, zoo enige door den
-blikzem mogten (pringen, dat hier miet zeldzaam
.is, de andere mogten behouden blijven.
Behalven de vesting - werken van de ftad ftaan
.’er nog veele .fchanfen in het land tot op den af-
Itand van twintig of dertig Engelfche mijlen; deeze
fchijnen aangelegd te zijn enkel om de inboorlingen
in ontzag te houden en zij kunnen ook in-
dedaad voor niets anders dienen. ? Tot hetzelfde
-einde heeft men eene foort van huizen, die elk
omtrent agt ftukken gefchut voeren, in zulke (landen
geplaatst,: dat zij de fcheepvaart van drie of
-vier kanaalen heilrijken en gevolglijk ook de wegen
,: die ’er langs loopen: enige van deeze zijn
in de (lad zelve, en het was uit een derzelve dat alle
de beste huizen, den Chineezen toebehooren-
•de, met den grond gelijk gefchoten wierden in
den Chineefchen opftand van 1740. Zulke huizen
(laan ’er overal in Java en op de andere eilanden,
welke de Hollanders in deeze zeeën in
-bezit gekregen hebben. Van een deezer zonder-
-linge fchanfen of verflerkte huizen zouden wij
eene
eene tekening gemaakt hebben, als onze heerenniec
allen den tijd, dien wij op het eiland doórbragten,
door ziekte hunne kamer hadden moeten houden.
Zoo de Hollandfche vestingwerken alhier niet
vreeslijk in zigzelve zijn, worden zij hetegter door
hunne ligging; want zij liggen tusfchen moeras-
fen, daar de wegen, die niet anders zijn dan eene
kade, tusfchen een kanaal en eene (loot opgeworpen,
gemaklijk kunnen opgegraaven worden
en gevolglijk de nadering van zwaar gefchut gemaklijk
belet o f zeer vertraagt; want het zou zeer
moeijelijk, zoo niet ónmogelijk zijn het in fchui-
ten aantevoeren, alzoo die alle eiken nacht onder
het gefchut van het kasteel moeten koomen liggen,
daar het voor eenen vijand onmogelijk zou
zijn dezelve vandaan te haaleri. Behalven dat, is
in dit land uitdel dood, , zoo dat hetgeen eenen
vijand vertraagt hem zal vernielen. In minder dan
eene week gevoelden wij de ongezondheid van de
luchtftreek. en in minder dan eene maand was de
helft van het fcheepsvolk buiten (laat om hun werk
te verrigten. Men zeide ons dat het eene zeldzaa-;
me zaak was dat van honderd foldaaten, die hier
van Europa koomen, het eerde jaar vijftig in het
leven bleeven, dat van deeze vijftig dan de helft
in het gasthuis en van de overige geene tien in
volmaakten weldand waren: misfchien is dit bericht
vergroot; maar de bleeke zwakke ellendelingen,
die wij herom zagen kruipen met een*
fnap