
ten hunne aart en manieren aangenoomen; hij 1*
met eene Indiaanfche vrouw van het eiland fimo*
getrouwd, die zijn huis naar de wijze van het lapd
ophoudt, hetwelk hij als eene reden gaf dat hij
ons niet nodigde hem een bezoek te geeven, zeggende
dat hij ons op geene andere wijze ontbaa-
Jen kon dan de Indiaanen gedaan hadden en hij
fjprak geene taal vlug dan die van het land.
. De bediening van den Heer c r a i o is de jeugd
van het land in het .leezen en fchrijven en in de
gronden van den Christlijken godsdienst te onderwijzen
, alzoo de Hollanders vertaalingen van hef
Nieuw Testament, eenen catechismus en verfchei*
den andere {tukken in de taal van dit en de nabuu-
jige eilanden hebben laaten drukken. Doét of
s o l a N d e R, die in zijn huis geweest is, zag de
boeken en ook de fehrijf - boeken van zijne fcho-
lieren, van welke veele eene zeer fraaie hand
fchreeven. Hij beroemde zig dat yer niet minder
dan zes honderd Christenen in het ftad- gebied
van Seba waren; doch wat het Hollandsch christendom
van deeze Indiaanen zijn mag is misfchien
niet gemaklijk teraaden, want daar is geene kerk,
noch zelfs een predikant op het geheel eiland.
. Terwijl wij hier waren, deeden wij veele vraa-
gen omtrent de nabuurige eilanden en de berieh*
ren die wij ontvongen, koomen hier op uit.
j Een klein eiland ten westen van Savuf welks
$aara wij niet vernamen, brengt niets van enig
bebelang
voort dan areca-nooten, van welke dé
•Hollanders jaarlijks de ïaadingen van twee {loepen
óntvangeh vöor gefchenken,’ welke zij den eilaü-
defen doen*>^
Timo^’h het hoofd-comptoif en de Holland*
Iche Refidènten van de andere eilanden gaan eens
in het jaar derwaarts Om rekening te doen* De
plaats is ten naalden bij in denzelfdeh rtaat als teii
tijde van daïï{i*i e r $ de Nederlanders hebben ’et
eene fterkte eb magazijnen eti, Volgens liet bericht
van l a n g e , zouden wij ’et hebben kunnen voorzien
worden van alle noodwendigheden, welke
Wij verwagcten te Batavia te Zullen vinden ,- gè-
zouten vleeSch en afrak niet uitgezonderd.' Maat
tie PorcugeeZeh zijn nog in bezit vart verfcheideti
lieden aan de noord-zijde van het eiland,’ bijzonderlijk
Laphao en Se ft ah
; Omtrent twee jaaren vóór onze asnköm’stlééc?
een Fransch fchip op de oost-kust van Timor
fchipbreuk; na dat het enige dagen op de bank
gelegen had, kwam ’er eensklaps eene bul, die
het in eens verbrijzelde en de kapitein met het
grootile gedeelte van het volk verdrenk: die,’
welke aan land kwamen, onder welke een van dé
•Luitenants was, fpoedden Zignaar Concordiaf Mj
Waren vier dagen op reis én waren genoÓdZaaké
één gedeelte van hun gezellchap, dat doof vermoeidheid
afgemat was, op' weg agtef té laatêïï
éb dé óverige,' omtrent tagtig in getal/ kwamej?
% 1 t * m