was, gaf ons reden om te befluiten dat zij niet
alleen dapper van aart, maar dat zij ook met de
gevaaren van vijandlijkheden gemeenzaam, en uit
gewoonte zoo wel als uit den aart, een ftout en
oorlogszugtig volk zijn ; maar hunne overhaaste
vlugt van alle andere plaatfen, welke wij naderden,
zelfs zonder bedreiging, terwijl zij buiten
ons bereik waren, was een blijk van ongemeene
bloheid en befchroomdheid, welke men zou moeten
onderftellen dat degeene , die, al ware het
Hechts bij enkele gelegenheden, oorlog gevoerd
hadden , moesten afgelegd hebben , welke dan
ook hunne natuurlijke neiging ware. Ik heb de
feiten getrouwlijk opgegeeven, de leezer kan voor
ziffzelven van het volk oordeelen.
Uit het verdag, dat wij van onzen omgang met
hun gegeeven hebben, kan men niet verwagten
dat wij veel van hunne taal zullen weeten: naardien
dit egter een voorwerp van groote nieuwsgierigheid
is, bijzonderlijk voor geleerden en van
groot gewigt in hunne nafpeuringen van den oor-
fprong van de verfchillende volkeren, die ontdekt
zijn geworden, gaven wij ons enige moeite om
’er een ftaaltjen van mede te brengen, dat eniger-
maate aan dat oogmerk zoude kunnen voldoen en
ik zal nu verflag geeven hoe wij het bekwamen.
Als wij den naam van eepen Heen wilden we,eten,
namen wij eenen Heen op in onze handen en gaven,
zoo goed wijkondpn, bij tekenen te kennen
dat
dat wij verzogten dat zij dien noemen zouden ,
het woord dat zij daar op uitfpraken, fchreeven
wij terftond pp. Deeze wijze van doen, fehoon
zij de beste was , welke wij konden verzinnen,
kon ons zeekerlijk dikwijls doen mistasten; want
zoo eens een Indiaan een’ Heen opname en.ons den
naam van denzelven vroeg, zouden wij kunnen antwoorden
een kei dan wel een Heen, zoo ook, als wij
eenen 'fteen opraapten en eenen Indiaan den naam
van denzelven vroegen, zou hij een woord kunnen
uitfpreeken dat de foort en niet het, gedacht
onderfcheidde, of dat, in plaats van enkel Heen
te betekenen, eenen ruuwen fteen, of een’ gladden
Heen zoude kunnen aanduiden; om- evenwel
zoo veel mogelijk misdagen van dien aart te vermijden
maakten verfcheiden onzer, op verfchillende
tijden, zoo veele woorden van hun te
weeten te koomen als wij konden en , dezelve
opgetekend hebbende , vergeleeken wij onze
lijsten: die, welke in alle dezelfde waren en die,
volgens elks opgaaf, hetzelfde betekenden, waagden
wij optefchrijven , met zeer weinige andere,
op welke, door de eenvoudigheid van hetgeen zij
betekenden, en de gemaklijkheid om onze vraag
met duidlijkheid en juistheid door een teken uit-
tedrukken, even zeer Haat te maaken is.
W agecgsc. het Hoofd,
Morye. het Hair.