de ftad. Zij wierden van alle noodwendigheden
voorzien en naar het wrak teruggezonden met ge*
noegz ame hulp, om hetgeen nog optevisfchen
zoude zijn weder te krijgen; zij kreegen gelukkig
al hun goud en zilver, dat in kisten was, weder
als ook verfcheiden van hunne kanonnen, die zeer
zwaar waren. Toen keerden zij weder naar de
ftad, maar hunne makkers, die zij op den weg
hadden agtergélaaten, konden zij niet vinden; zij
dagten dat zij, of goed fchiks of door geweld *
onder de Indiaanen gehouden waren; want zij heb«
ben zeer gaerne Europeaanen onder zig om hen
in de krijgskonst te onderlijzen.: Na een verblijf
van 'meer dan twee maanden te Concordia was
hun getal ten naaflen bij tot op de helft geminderd
door ziekte, in gevolge van de vermoeienis en ongemakken,
die zij bij het fchipbreuk lijden onder*
gaan hadden en die overbleeven wierden in een
klein fchip naar Europa gezonden. $
.. Rotte is omtrent in denzelfdén toeftand als Sa*
Vu; daar woont een Hollandsch faétoor op om de
inboorlingen te bellieren en naar.de voortbrengzelen
te zien, die, ' onder andere artijkelen, ip
fuiker beftaan. Voorheen wierd 'zij ilechts gemaakt
door hét pletteren van het fuikerriet en bet
kooken van het fap tot fyroop, op dezelfde wijze
als teddy; dóch mén heeft zedert kort groote vorderingen
gemaakt in het ,bedden van deeze kost?
baare gerieflijkheid. De drie kleine eilanden, de
Soïars genaamd, zijn ook onder den invloed van
de Hollandfche volkplanting te Concordia: zij zijn
laag en plat, maar leveren overvloed van allerhande
levensmiddelen en men zegt dat het middenst
eene goede haven. voor fchepen heeft. Ende,
ook een klein eiland ten westen van de Solars, is
nog in handen van de Portugeezen, die eene goede
ftad en haven op den noord- ooster hoek van
hetzelve, Larntuca genaamd, hebben: zij hadden
voorheen eene haven aan de zuid-zijde van
dezelve,.maar deeze, veel flegter zijnde danZ^r«-
tuca, is enigen tijd geheel verwaarloosd, ft
De bewooners van elk deezer kleine eilanden
fpreeken eene taal die hun bijzonder eigen is, et\
de Hollanders gebrüike,n de ftaatkunde. van, zoo
veel in hun vermogen is, te beletten dat zij el- v-
kanderens taaien leeren.^ Zoo zij eene gemeen©
taal fpraken, zouden zij, door omgang met el-
kanderen zulke dingen leeren plapten , die voor
hun van meerder waarde zouden zijn dan hunne
tegenswoordige voortbrengzelen, fchpon minder
voordeelig voor de Hollanders; doch ver/nits hun?
ne taaien verfchillende zijn, kunnen zij elkande?
ren zulk eene kennis niet mededeelen en de Hollanders
verzeekeren zig .het voordeel van hunne
verfchillende benodigdheden op de yoorwaarden,
die zij zelve bepaalen, te leveren, welke men
denken kan dat niet goed koop zijn. r Het is waar-
féhijnlijk met, een inzigt op dit voordeel dat de
Y 3 Hol