eens iets verwen dat zij zeiden gordels voor vroti-
wen te zijn van een vuil rood * maar met welké
doffe vonden wij der moeite «ïèt waerdig te on*
derzoeken. j
De godsdienst Van dit volk is , volgens de be-
richten van den Heer l a n g e , eene ongerijmde
foort van heidendom; elk kiest zijnen eigen God
en bepaalt voor zigzelven hoe hij gediend moet
worden , zoo dat ’’er bijna zoo veele Goden en
godsdienften zijn als menfchen. In hun zedenlijk
gedrag, zijn zij, Zegt men, egter onberispelijk,
zelfs op de gronden van het Christendom i nie-
mand mag meer dan eene vrouw hebben-; egter
Is een ongeoorloofde omgang tusfchen de tweê
fexen iets bijna onbekends onder hen: voorbeelden
van diefdal zijn zeer zeldzaam; en zij zijn zoo
verre van eene onderftelde belediging door moord
te wreeken dat, zoo ’er enig verfchil onder hert
omftaat, zij ’er zelfs niet eens over twisten wil*
Jen, uit vrees dat zulks gevoeligheid en een kwaad
hart zoude opwekken, maar zij laaten het onmid-
delijk en onherroeplijk aan de beflisfmg van hunnen
Koning over.
Zij fcheenen een gezond volk te zijn, dat lang
leeft; egter waren fommige hunner van de kinderpokken
gefchonden, die de Heer l a n g e ons
zeïde dat verfcheiden reizen onder hen ontdaan
waren en die met dezelfde voorzorgen als de pest
behandeld wierdem Zoo dra iemand van die ziek*
te
te wierd aangetast, wierd hij naar eene afgezonderde
plaats gebragt, zeer verre van alle woonlagen
, daar men de ziekte haaren loop liet en daar
de lijder dagelijks van voedzel voorzien wierd,
door hem hetzelve aan het eind van eenen langen
dok toetereiken.
Van hunne huishouding konden wij Hechts weinig
te weeten koomen: in een opzigt is egter hunne
kieschheid en zindelijkheid aanmerkenswaerdig*
Veele van ons waren hier drie dagen agter elkande-
ren aan land van zeer vroeg in den morgén tot dac
het donker was, en egter zagen wij nooit de minde
fpooren van eene offerhande aan Cloacïna en
konden zelfs niet eens eene gisfing maaken waar
zij gedaan wierden» In een zoo volkrijk land is
hier zeer bezwaarlijk reden van te geeven en mis-
fchien is ’er geene andere plaats in de waereld daar
het geheim zoo wel bewaard wordt.
De booten, die hier gebruikt worden, zijn
eene foort van praauwen.
Dit 'eiland wierd door de Portugeezen bezec
omtrent zoo dra zij de eerdé in dit gedeelte veil
den Oceaan doordrongen; maar zij wierden in
korten tijd vervangen door de Hollanders. De
Hollanders namen ’er egter geen bezit van; maar
zonden flechts floepen om met de inboorlingen
koophandel te drijven, waarfchijnlijk voor leeftocht
om de inwooneren van hunne fpecerij-eilanden
te voeden, die, zig geheel bezig houden