
 
		VIERDE  HOOFDSTUK. 
 Verrigtingen  terwijl de fchade aan het fchip  
 herfteld  wierd  in  de Endeavour Rivier. 
 Befchrijving  van  het  omliggend  
 •  land,  deszelfs  inwooneren 
 en voortbrengzelen. 
 Xn  den  morgen  van maandag den agttienden Juni]  
 wierd  ’er  een  brug  van  het  fchip  op  den  wal  gelegd, 
   welkers  kant zoo  fteil was,  dat  het  fchip  op  
 twintig  voeten-  afftands  van  land  vlot  lag  c  daar  
 wierden  ook  twee  tenten  opgezet,  eene  voor  de  
 zieken  en  de  andere  voor  fcheeps  behoeften  en  
 proviand,  dat  in  den  loop  van  dien  dag  gelost  
 wierd.  Wij  losten  ook  alle  de  ledige watervaten,  
 en  een  gedeelte  van  de  fcheeps behoeften.  Zoo  
 dra  de  zieken - tent  gereed was  om  hen  te  ontvangen, 
   wierden  z ij,  ten  getale  van  agt  of  negen,  
 aan  land  gebragt  en  de  floep  wierd  afgezonden om  
 den  zegen  te  trekken,  op  hoop  van  enige  visch  te  
 vangen  tot  hunne  ververfching  ;  maar  zij  kwam  
 weêrom  zonder iets  opgedaan  te  hebben.  Onderwijlen  
 klom  ik  op  eenen  van  de  hoogfte  bergen,  
 van  welke  men  de  haven  kon  overzien,  daar  zig  
 een  gantsch  niet  aangenaam  gezigt  voor  mij  opdeed  
 I   het.  laag  land  omtrent  de  rivier  is- geheel 
 H  4  ©ver