
 
		laag  eiland  te  koomen,  dat  omtrent  twee  mijlen  
 van  het  groot  land  lag  en van welk een  groot gedeelte  
 thans,  nu  het hoog  water was,overftroomd  
 w a s :  omtrent  drie  mijlen  ten  N.  W.  van  dit eiland  
 ,  digt  onder  het  groot  land,  is een ander  ei-  
 Jand,  van  welk  het  land  hooger  is  en dat  op  den  
 middag  zeven  of  agt  Engelfche mijlen N.  55 W.  
 van  ons lag.  Op  dit  tijdftip  was onze Breedte  160  
 20'  Z. Kaap  Grafton  lag Z.  <29 O.  veertig Engelfche  
 mijlen  van  ons  en  de noordlijkfte  land-punt  
 in  het  gezigt  N.  ao  W .;  onze  diepte was  vijftien  
 vademen.  Tusfchen  deeze  punt  en  Kaap  Grafton  
 vormt  de  kust  eene  groote,  maar  niet  zeer  
 diepe  baai,  welke,  op  den  dag  van  de H. Drievuldigheid  
 ontdekt  zijnde  door mij Drievuldigheid  
 Baai genoemd wierd. 
 DERDE  HOOFDS TUK. 
 Gevaarlijke  toefland,  waarin  het  fchip  geraakte  
 in  de  koers  van  Drievuldigheid Baai  
 tot de Endeavour- Rivier* 
 v v   ij  hadden  tot  hier  toe  zotider  ongelukken  
 deeze gevaarlijke  kust bevaaren,  daar de  zee  overal  
 banken  bedekt,  die  eensklaps  van  de kust uit-  
 fteeken  en  klippen,  die  fteil  als  eene  pyramide  
 van  haaren  bodem  oprijzen,  en  dat in  eene  üitge-  
 ftrektheid van  twee en twintiggraadenBreedte,  dat  
 is  meer  dan  een  duizend  drie  honderd Engelfche  
 mijlen ;  ook  zijn  geene  der  naamen,  die  de  ver-  
 fchillende  deelen  van  het  land,  dat  wij  zagen,  
 aanduiden,  gedagtenisfen  van  ongeval;- maar  hier  
 leerden  wij  het ongeluk  kennen en  daarom  noemden  
 wij  de  land-punt,  welke  wij  zoo even verst  
 ten  noorden  zagen,  Kaap  Kwelling  (Cape Tri-  
 hulation j . 
 Deeze Kaap  ligt op  160  6' Zuider Breedte en op  
 214°  39' Wester  Lengte.  Wij  Huurden  langs de  
 kust  N.  t. W.  op  den afftand  van  tusfchen  drie  en  
 vier  mijlen,  hebbende  van  veertien  tot  twaalf en  
 tien  vademen water.  Wij  zagen  in  volle  zee  twee  
 eilanden,  die  op  de  Breedte  van  16°  en  omtrent  
 zes of zeven mijlen  van  het groot  land  lagen.  Des  
 G   %  avonds