geheel onbekend, bijzonderlijk een die eene zeer
flegte foort van vijg voortbragt, een ander die
eene vrugt droeg, die wij een pruim noemden,
naar welke zij in kleur, maar niet in gedaante,
geleek, zijnde ter zijde plat als een kaasjen en
een derde, die eene foort van purperen appel
droeg, die, als hij enige dagen bewaard was, eetbaar
wierd en enigzints naar een pruim van damas-
•cus fmaakte.
Daar is hier eene groote verfcheidenheid van
planten om de verzameling van eenen kruidkundige
te verrijken, maar zeer weinige zijn eetbaar.
Eene kleine plant met lange, fmalle, grasvormige
bladeren, naar die foort van riet gelijkende,
die in Engeland katten-ftaert genoemd wordt,
levert eene harst op van eene heldere geele kleur,
die volkoomen naar guttegom gelijkt, behalven
dat zij niet afgeeft; zij heeft eenen aangenaamen
reuk, maar wij hadden geene gelegenheid om der-
zelver eigenfchappen te ontdekken, zoo min als
die van veele andere, welke den inboorlingen niet
onbekend fchijnen te zijn, alzoo zij dezelve bij
naamen onderfcheiden hebben.
Ik heb reeds gewag gemaakt van de wortelen
en bladeren van eene plant, die naar 'de coccos
van de West-Indieën gelijkt en van eene foort
van boon, waarbij nog kunnen gevoegd worden
eene foort van pietercelie en porcelein en twee
foortep van yams, eene van gedaante als eene radijs
Hïjs.ën de andere rond en met tóüwachtige vezelen
bedekt; beiden foorten zijn Zeer klein, maar
aangenaam ; Wij hebben nooit de plant kunnen
vinden ; die dezelve voörtbrengt, fchoön v 1]
dikwijls de plaatfen zagen daar zij naauwlijks waren
opgegraaven ; waarfchijnlijk had de droogte
de bladeren verteerd en wij konden dezelve niet,
gelijk de Iridiaarteh, aan de Hengels ontdekken.
De meeste der vrugten van dit land zijn reeds
öpgendemd. Wij vonden eene in het zuidlijk gedeelte
des lands, die naar eene kers geleek; behalven
dat de Heen zagt was, eri èene andere niet'
ongelijk in voorkoomen aan eene ananas j maar
van eenen onaangenaameri fmaak, die wel bekend
is in de Oost-Indieën en aldaar door de Hollanders
Pijn Appelboom genoemd wordt..
Van de viervoetige dieren heb ik reeds den hond
ópgenöemd en den Kanguroo en het dier van het
geflacht dér buidelratten ; dat naar de Phalanger
vah BUFFöN gelijkt,' omftandig befchfeven, bij
welke ik nog eert kart voegen naar een bünfirig
gelijkende; hetwelk de inboorlingen £)&c//noemeri £
de rug is bruin met wit gevlakt en de buik zuiver
wit. Verfcheiden van ons vólk zeiden dat zij wolven
gezien hadden; maar, zoo wij geene fpoóren
gebonden hadden , die dat bericht bevestigden ,T
zóuden wij het misfchien zoo min geloofwaerdig
geacht hebben als dat van dengeenen dié vertelde
dat hij den duivel gezien had. ^
ir i: Ët'0 k •# Van