
 
		waren zeer dra in eenen  allerbedroefdften toefland;  
 het  fchip  was  niet  beter  dan  een  hospitaal,  daar  
 degeene,  die  op  de been waren,  te weinig  in  getal  
 waren  om de  zieken  op  te pasfen,  die  niet uit  
 hunne  hangmatten  konden  koomen  en wij hadden  
 bijna  eiken  avond  een  lijk  in  zee te werpen.  In  
 den  loop  van  omtrent  zes  weeken  begroeven  wij  
 den  Heer  s por i n g,  die  onder  het  gevolg  van  
 den Heer  b ank s   was,  den Heer  p a r k i n s o n ,  
 zijnen  fchilder van Natuurlijke Hiftorie,  den Heer  
 green  den  Sterrenkundige,  den  bootsmansmaat  
 ,  den timmerman en timmermans - maat,  de»  
 Heer  mo n k h o u s e ,  den  adelborst,  die  het lek  
 geflopt had  toen  het  fchip  op  de kust van Nieuw  
 Holland geftrand was,  onzen  ouden  vrolijken  zeilen  
 -maaker en  zijnen maat,  den  fchips-kok,  den  
 korporaal  van  de  zee-foldaaten,  twee  van  het  
 volk  van  den  timmerman,  eenen  adelborst  en negen  
 matroozen,  in het geheel  drie en  twintig  per-  
 foonen,  behalven  de  zeven,  die  wij  te  Batavia  
 begraaven  hadden. 
 4-  ❖ 
 V E E R V 
 E E R T IE N D E   H O O FD STU K . 
 dankomst aan  de  Kaap  de  Goede Hoop.  Aanmerkingen  
 over  de  koers van  de punt van Java  
 tot  aan  die  plaats.  Befchrijving  van 
 de Kaap  en van  St. Helena,  Terugkomst van  
 het  fchip  in  Engeland, 
 O p   vrijdag den  vijftienden Maart,  des morgens  
 omtrent  tien  uuren,  lieten  wij  ons  anker voor  de  
 Kaap  de  Goede  Hoop  vallen  in  zeven  vademen  
 water  met  eenen  modderigen  grond.  De westlijke  
 punt  van  de  baai,  de  Leeuwen-Staert  genoemd, 
   lag W.  N.  W.  en het kasteel  Z. W.  van  
 ons op  den  afftand  van  omtrent  anderhalve Engel-  
 fche  mijl.  Ik  gong onmiddelijk mijne  opwagting  
 maaken  bij  den  Gouverneur,  die  mij  zeide  dat  ik  
 alles konde  krijgen wat  het  land  opleverde.  Mijne  
 eerfle  zorg  was  eene  gefchikte  plaats  aan  land  
 uittekiezen  voor  de  zieken,  die  niet  weinige waren; 
   ik  vond  weldra  een  huis,  daar  wij  overeenkwamen  
 dat  zij  huisvesting  en  kost  zouden  
 hebben  voor  twee  en  twintig  ftuivers  de  man  
 daags, 
 .Onze  tocht  van  de  punt  van  Java  naar deeze  
 plaats  gaf  ons  zeer  weinig  gelegenheid  om  aanmerkingen  
 te  maaken,  welke  toekoomende  zeevaa