TWA A L FDE HOOFDSTUK,
Van de inwooneren van Batavia en het omliggende
land; van hunne zeden , gewoonten en le-
yenswijze.
D e ftad Batavia, fchoon, gelijk ik reeds gezegd
heb, de hoofdftad van de Nederlandfche bezittingen
in Indie, is zoo verre van alleen door
Nederlanders bevolkt te zijn, dat geen vijfde gedeelte,
zelfs van de Europifche inwooners dier
ftad en den omtrek , uit Nederland geboortig
o f van Nederlandfehe afkomst is. De meeste
zijn Portugeezen en, behalven de Europeaanen,
zijn ’er Indiaanen van verfcheiden natieën en Chi-
neezen, buiten een groot getal Neger-flaaven.
Onder de krijgsbenden zijn ’er van allerleien land-
aart uit Europa, maar de Duitfchers zijn in groo-
ter getal dan alle de andere te zaamen; daar zijn
enige Engelfchen en Franfcben, maar de Nederlanders
houden, fchoon zij andere Europeaanen
«oelaaten hier geld te winnen, alle de macht in
hunne handen en bezitten dan ook alle ampten en
bedieningen. Niemand , van welke natie ook,
kan zig hier koomen nederzetten in een ander karakter
dan dat van foldaat in dienst van de Maat-
fchappij, waarin men z ig , alvorens aangenoomen te
worworden,
voor vijf jaaren moet verbinden. Zoo
dra men hierin egter overeengekoomen is, laat
men hen , als zij daar om een verzoek bij den
Raad doen * toe zig van hunne corpfen te begee-
ven en terftond eenen tak van koophandel bij de
hand te vatten, welken zij door hun geld of krediet
in ftaat zijn te drijven, en hier door koomt
het dat alle de blanke inwooners der ftad foldaa-
ten zijn.
Vrouwen van alle natieën mogen zig nogtans
hier nederzetten , zonder enige belemmering of
voorwaarden;, men zeide ons egter dat ’er, toen
wij te Batavia waren, geene twintig vrouwen
in de ftad waren, uit Europa geboortig;
maar dat de blanke vrouwen, die geenzints
fchaarsch waren, afkoomelingen waren van Europifche
ouderen dn het derde of vierde ge-
flacht, de overblijfzelen van veele familieën, die
opvolglijk hier gekoomen en in de manlijke linie
uitgeftorven waren; want het is zeeker dat, welke
©ok de oorzaak zij , deeze. luchtftreek niet
zoo doodlijk voor de vrouwen als voor de mannen
is.
Deeze vrouwen volgen in alle opzigten de In-
diaanfche na; haare kledij is van dezelfde ftoffe,
haar hair wordt op dezelfde wijze gekapt en zij
zijn even zoo verflaafd aan de gewoonte van betel
te kaauwen.
De kooplieden drijven hunnen handel misfchien