naar de voorgefchreven wijze begraaven, terwijl
het overichot voor zijne fchuldeisfehers is. Dus
Worden in veele gevallen de leevende aan de doo-
den opgeofferd en geld, waarmede men eenen
fchuldeisfcher zoude kunnen af betaalen, of eenen
wees onderhouden, verfpild in iedele lijk-ftafieën
of dingen, die in de aarde te rotten gelegd worden.
Eene andere talrijke klasfe onder de inwoone-
ren van dit land is die der flaaven; want de Nederlanders
, Portugeezen en Indiaanen, welke ook
hun rang of vermogen zijn, worden altijd door
flaaven bediend: zij worden op Sumatra, Ma-
lacca en op bijna alle de Oosterfche eilanden
gekogt. De inboorlingen van Java, van welke,
gelijk ik reeds aangemerkt heb, zeer weinige ip
de nabuurfchap van Batavia woonen, zijn vrij
van flavernij onder zeer geftrenge lijfftraffelijke
wetten, die geloof ik, zelden overtreeden worden.
De prijs van deeze flaaven is van honderd
tot twee honderd guldens ; maar meisjens , die
fraai zijn , gelden fomtijds tot duizend guldens
toe. Het is een zeer lui volk; maar gelijk zij
maar zeer weinig werk zullen doen, zijn zij ook
te vreden met weinig eeten en bedaan alleen van
gekookte rijst, en een weinig van de gemeenfte
visch. Alzoo zij uit verfchillende landen zijn ,
verfchillen zij ook zeer veel van malkanderen,
zoo in perfoon als hoedanigheden. DeAfrikaanfche
fdhe Negers, dlhier Papua genaamd , zijn de
flegtde en kunnen gevolglijk ook voor den
minden prijs gekogt worden: zij zijn alle dieven
en alle Önverbeterlijk. Hierop volgen de
Bougineezen en Macasfaaren, beiden Van het
eiland Celebe's ; deeze zijn ten üitefden lui
e h , fchóon zóó niet geneigd totdiefdal als
de Negers; ëgter wreed en wraakzügtig van
aart, dat hen Zeer gevaarlijk maakt, bijzonderlijk
omdat zij , om hunne wraakzügt te voldoen
, zig niet ontzien zullen hün leven öpteoffe-
ren. De beste flaaven , eh gevolglijk dok de
duurde, krijgt men van hèt eiland B d li, de fraai-
fle vrouwen van N id s , een klein eiland op de
kust van Sumatra', maar zïj zijn Van een zwak
en teder gedel en worden ras flagtoffers van de
ongezonde lucht vah Batavia. Behalven deeze
zijn ’erMaleijers en flaaven van verfcheiden andere
benaamingen , welker bijzondere onderfcheidene
eigenfchappen ik mij niet meer kan te binnen brengen.
Deeze flaavea zijn geheel in de magt van hunne
meesters iïiet opzigt tot alle draffen, die het
leven niet beneemen; maar als een flaaf derft ingevolge
van de draf, fchoon het blijken zoude
dat men niet voorneemens geweest ware hem met
dfen dood te draffen, wordt de meester fcherp tot
verantwoording geroepen en hij wordt gemeenlijk
ter dood veroordeeld; Om deeze reden ffraft de
III. Deel. E e mees