van Brittannie in gebruik was, is een merkwaer-
dig onderwerp van befpiegeling ( * ) .
De huizen op Savu zijn allenaardenzelfden aanleg
getimmerd en verfchillen alleen in grootte,
zijnde de grootte naar maate van den rang en den
rijkdom van den eigenaar. Sommige zijn vier
honderd voeten lang en fommige niet meer dan
twintig: zij liaan alle op paaien, omtrent vier
voeten hoog, van welke het een eind in den
grond geflaagen is en op het ander eind is eene
fterke houten vloer gelegd, zoo dat ’er eene ledige
plaats van vier voeten hoogte tusfchen de vloer
van
( * ) In het verflag, dat bos su gegeeven heeft van
enige Indiaanen, die de oevers van deAkanza, eene ii^
vier in Noord-Amerika, die in Nieuw Mexico ontfpringt
en in de Misjïsjippi valt, bewoonert, verhaalt hij het
volgend geval; ,, De Akanzas (zegt hij ) hebben mij
,, aangenoomen en hebben , als een teken van mijn.
„ voorrecht, de afbeelding van eene rhee-bok op mij-
,, ne dije ingedrukt, dat op deeze. wijze gefchiedde.:
„ een Indiaan, enig ftro gebrand hebbende, mengde de
„ asch in water en trok met dit mengzel de afbeel-
,, ding op mijn vel; toen trok hij die weder over,
,, door de lijn met naalden te prikken, zoo dat hij met
„ elke prik even bloed deed te voorfcbijn koomen en
„ het bloed, zig met de asch van het ftroo vermen-
„ gende, maakt eene figuur die nooit weder uitgewischt
„ kan worden”. Ziet zijne Reizen naar Louifiana, eerjle
Deel.
van het huis en den grónd is. OpdeezenvJoerilaah
èndere paaien, welke een dak onderilutten met hellende
zijden 1, die in een’ nok op den top uicloo-
pen, gelijk, dat van onze fchuuren: de onderfle
randen van dit dak, dat meif palm-bladeren belegd
is , koomen tot op twee voeten van den vloer
en hangen ’er ook zoo veel over: de ruimte van
binnen is gemeenlijk in de lahgte verdeeld in drie
gelijke deelen; het middenfle gedeelte is ingeflo-
ten door een affchutfel van vier zijden, dat omtrent
zes voeten boven den vloer reikt en daar zijn
fomtijds ook nog een o f twee kleine kamertjens
van de zijden afgenoomen ; het overige van de
ruimte onder het dak is open, zoo dat zij de lucht
en het licht vrijelijk inlaat: het bijzonder gebruik
van deeze verfchillende vertrekken liet ons kort
verblijf ons niet toe teverneemen, uitgezonderd
dat het befloten vertrek in het midden voor de
vrouwen gefchikt is.
Het voedzel van dit volk beilaat in alle de tamme
dieren van het land, van welke het varken bij
hen de eerile plaats bekleedt en het paerd de tweede;
naast aan het paerd volgt de buffel; op den
buffel volgt hun gevogelte en zij fchatten de honden
en katten boven de fchaapen en geiten, Zij
zijn niet graag naar visch en ik geloof dat niemand
visch eet dan de armen, en deeze zelfs ook niet
dan. wanneer hun pligt of werk vordert dat zij op
net ftrand moeten wezen en dan is elk man voor-
.III. D e e l . X ziêft