kende dat wij veel traager zeilden dan een van
de andere fchepen en het om die reden waarfchijn-
lijk achtepde dat de Portland voor ons f’hu.is zonde
zijn, fein deed om met hetzelve tefpreeken,
waarop Kapitein e l l io t zelf .-bij mij aan boord
kwam en ik gaf hem eenen brief over voor de Admiraliteit,
met eene kist, bevattende de gewoons
log - boeken van het fchip en de journalen van
enige van de officieren. Wij bleeven egter bij
hetzelve tot den drie en twintigften’s morgens,
en toen was ’er geen een van de fchepen meer in
ons gezigt.' Omtrent ten een uur na den middag
overleed onze eerde luitenant de Heer h i c k s ,
en des avonds zetteden wij zijn lijk met de ge-
fcruiklijke plegtigheden over boord. De ziekte,
van welke hij dierf, was eene teering en alzoo
hij niet vrij van dezelve was. toen wij uit Engeland
vertrokken, kan men met waarheid zeggen dat hij
geduurendè de gantfche reis dervende geweest
was, fchoon zijn verval zeer langzaam was tot dat
wij te Batavia kwamen; den volgenden dag gaf
ik den Heer ka r e l c l e r k bevel om in zijne
plaats den post van luitenant waarteneemen, een
jongman, die daartoe alle vereischte hoedanigheden
bezat. -
Onze . zeilen en ons tuig waren thans zoo degt
geworden dat ’er dagelijks iets brak, Wij verr
volgden egter veilig onze reis tot den tienden Ju-
®y , wanneer ’er land ontwaard wierd, dat bleek
JJfc
Lizard te zijn; het wierd eerst ontdekt door n i-
c o l a a s y o u n g , denzelfden jongen, die de
eerde Nieuw - Zeeland ontwaard had; den elfden
ftevenden wij het Kanaal in; den twaalfden,
’s morgens ten zes uuren, voeren wij voorbij
Blachy Hoofd; op den middag waren wij op de
hoogte van Douvres en omtrent ten drie uuren
kwamen wij ten anker in Duim en gongen te
Deal aan land.
e inde van het derde deel .
.ris
*