
 
		niet  meer  dan  negen  guldens  en  zeven  ftuivers  
 geeven  voor  die welke veel  afgefleten waren. 
 Hec  zal  misfehien  vreemdelingen  van  enigen  
 dienst  zijn  te  weeten  dat  hier  tweeërleie  foorten  
 van  munt van  dezelfde benaaming zijn,  gerand en  
 ongerand,  en  dat  de gerande van  de  meeste waer-  
 de  is.  Een  gerande  ducaton  is  tagtig  ftuivers  
 waerdig,  terwijl  eene  ongerande  niet.meer  dan  
 twee  en  zeventig  waerdig  is.  Alle  rekeningen  
 worden  in  rijksdalers  en  ftuivers  gehouden,  die,  
 ten  minften  hier,  Hechts verfierde munt  zijn,  gelijk 
  de  ponden  fterlings  in  Engeland.  De  rijksdaler  
 geldt agt en veertig  ftuivers. 
 D E R - 
 D E   W A  E R E  L D .  [Dcc,  1770,]  43 9 
 m 
 ! M l 
 1 
 1 
 D E R T IE N D E   H O O FD S TU K . 1 
 1 
 'Tocht  van Batavia naar  de Kaap dé  Goede Hoop. 
 "Til  
 •  , •- ■   
 ' l 
 Befchrijving  van  Prinfen  Eiland  en  deszelfs  
 bewooneren.  Vergelijking  van  de  taal  vak  
 dat Eiland met  de Maleitfche  en  Javaanfche 
 - 1 
 j•M  • ^II1  
 1 1I 
 taalens | | 
 m l 
 O p   donderdag den zeven  en  twintigften Decem- 
 ■ «llVrï ■ I 
 ber,  des morgens  ten  zes  uuren,  ligteden  wij  het • II 
 anker  en  liepen  in  zee.  Na veel  ophoudeïis  door 
 tegenwind,  zeilden wij op  den negen en twintigften  
 Pulo  Pare  te  boven  en  hielden  het naar  het  groot 
 I m i I I 
 land  toe;  kort  daarop  bereikten  wij  een  klein  ei- f | | 
 land  onder  het  groot  land  liggende,  halver  weg • ./.|  
 \<j|| 
 tusfchên  Batavia  en Bantam,  Menfchen-Eeters  ƒ »JbBI 
 Eiland genaamd.  Den  volgenden  dag  zeilden wij 
 -4I  
 ; » 1 
 eerst  het  eiland  TVapping  en  toen  Pulo  Babi  te mM 
 boven.  Op  den  een  en  dertigften voeren wij  over 
 naar  de  Sumatrafche  ku$t  en  *s morgens  van  den 
 eerftenJanuary  1771  ftaken  wij  over  naarde  kuSc .  •* 
 van  Java. V-ïS'l 
 Wij  hielden  onze  koers  zoo  als  de  wind  ons >>al 
 toejiet  tot  des  agtermiddags  ten  drie  uuren  van  
 den  vijfden,  toen Wij  onder  de  zuid-oostlijke  zij-. Vil 
 de  van  Prinfen Eiland  ankerden  in  agttien  vade- ■ 
 ïpgn water,  om  versch  water  en hout  inteneemen 
 E e   4  eti 
 4  é   f   $*&***’  ^  I tfl 
 f t   ,   >  ö p   § 0 0 *   f | #   p   v 
 • 7I j 
 1