fe [Sept. 1770] R E I Z E R O N D OM
dat niet alleen deeze eilanden, maar de kust, die
deeze zee bezoomt, door verfchillend volk en op
verfchillende tijden ontdekt en onderzogt zijn en
dat de kaarten , op welke zij afgetekend ftaan,
door andere zijn te zaamengefteld, misfchien meer
dan eene eeuw na dat de ontdekkingen gedaan
zijn, om niet te zeggen dat de ontdekkers zelve
alle de vereischten niet hadden, om een naauw-
teurig dagverhaal te houden, met welke die van
den- tegenswoordigen tijd begaafd zijn.
Wij bleeven onze koers W. houden tot den
agtften ’s avonds, wanneer de afwijking van het
kompas, door verfcheiden azimuthsy 1 2 'W. en
door de amplitudo 5' W; bevonden wierd. Den
liegenden, op den middag, waren wij-; volgens
onze waarneeming, op de Zuider Breedte van 90
46' en op de Wester Lengte van 232° 7'. Wij
hadden de laatfte twee dagen regt W. geduurd;
egter waren w ij, volgens onze waarneeming, zestien
Engelfche mijlen zuidlijker geraakt ; zes mijlen
van den zesden op den middag tot den zevenden
op den middag, en tien mijlen van den zevenden
op den middag tot denagtftenop den middag,
waaruit bleek dat ’er een droom was, die zuidwaarts
liep. Bij zonne - ondergang vonden wij de
afwijking van de kompas- naald 2Y W. eri zagen
te gelijk een fchijn van zeer hoog land in het N.
W. lig gen de.
In den morgen van -den tienden zagen wij duid-
DE WAERELD. [Sept.177Ö] S85!
lijk dat het land, dat zig des avonds te vooren had
opgedaan, Timor was. Op den middag was onze
Breedte, naar de waarneeming, io° 1' Z ., dat
vijftien Engelfche mijlen meer Zuidlijk was dan de
Breedte, welke het log opleverde.- Onze Lengte
was, volgens onze waarneeming, 233- 27' W i
Wij duurden N. W. om een duidlijker gezigt van
het land te krijgen tot vier uuren ’s morgens, wanneer
de wind N. W. en W. liep, met welken wij
zuidwaarts duurden tot negen uuren, wanneer wij
wendden en N. W. duurden, hebbende nu den
wind uit het W. Z. W. Bij zonne-opgang had het
land zig vertoond drekkende van het W. N. W,
tot in het N. O. en op den middag konden wij
het westwaarts zien drekken tot W. t. Z. § Z .5
doch niet verder oostwaarts dan N. t. O. Wij
waren nu wel verzeekerd dat, gelijk het eerde
land , dat wij gezien hadden, Timor was, het
laatfle eiland, dat wij voorbij gevaaren waren ,
TimorLaoet, of Laut was. Laoet is een woord,
dat, in de taal van JMalacca, Ze& betekent en dit
eiland is door de bewooneren van dat land genoemd.-
Het zuidlijk gedeelte van hetzelve ligt op 8° 15'
Zuider Breedte en op 2283 10' Wester Lengte; ,
maar op de kaarten is de Zuid - punt op verfchillende
breedten geplaatst van 8° 30' tot 90 30': het
is wel mogelijk dat het land , dat wij zagen, een
ander eiland geweest z ij, maar de waarfchijnlijk-
heid van het tegendeel zeer Xlerk, want, zoo
Th