
 
		fceist:  dierhalven onderftellende dat de Nederlanders  
 hier  eene  volkplanting  hadden,  zond  ik  den  luitenant  
 gore   naarden wal  om den Gouverneur of het  
 Hoofd  van  de plaats optewagten,  en  hem  bekend  
 te maaken wie wij  waren  en om welke reden wij  de  
 kust aangedaan hadden.  Zoodra hij aan  land kwam,  
 .wierd  hij  ontvangen  door  eene wagt van  tusfchen  
 twintig  en  dertig  Iftdiaanen  ,  met  musketten  gewapend, 
   die  hem  naar  de  ftad  bragten,  daar  den  
 avond  te  vooren  de  vlag was  opgehaald,  terwijl  
 zij  die,  welke  op  het ftrand  opgeheist was,  mede  
 droegen  en  zonder  krijgskundige  regelmaatigheid  
 voortgingen.  Zoodra  hij  daar  aankwam ,  wierd  
 hij  bij  den  Raja  of Koning  van  het  eiland binnen  
 geleid  en  hij  zeide  hem,  door  middel  van  eenen  
 Portugeefehen  tolk,  dat  het fchip  een oorlogfchip  
 was,  toebehoorende  aan  den  Koning  van  Groot  
 Brittannie  en  dat  het veele  zieken  aan  boord  had,  
 voor welke  hij  alle  zulke  ververfchingen wenschte  
 te  koopen als  het  eiland  opleverde.  Zijne Majesteit  
 antwoordde  dat  hij gewillig was  ons van  alles  
 wat  wij  nodig  hadden  te  voorzien,  doch  dat  hij ,•  
 in  verbond  ftaande  met  de Nederlandfche  Oost-In-  
 difche Maatfchappij,  geene vrijheid  had  met ander  
 volk  te  handelen,  zonder  eerst  derzelver  toeilem-  
 sning  bekopmen te hebben,  welke  hij,  zeide  hij,  
 egter terftond zoude vraagen aan eenen Nederlander,  
 die  in  dienst  van  de Maatfchappij,  en  de  eenigfte  
 jdankf  pp  hf | eiland was.  Aan  dgezen man,  die 
 Pf. 
 op  enigen  afftand woonde,  wierd  onmiddelijk  een  
 brief  gezonden,  waarin  men  hem  onze  aankomst  
 en  ons  verzoek  bekend  maakte  :  ondertusfchen  
 zoqd  de Heer  gore  eenen  bode  naar  mij  af met  
 bericht  van  zijnen  toeftand  en  den  ilaat  van  het  
 verdrag.  In omtrent drie  uurenbragt  de Nederlandfche  
 Refident  het antwoord  op  den  brief,  die  hem  
 toegezonden  was,  in  perfoon  :  hij  was  een  Sax  
 van  geboorte  en  zijn  naam  is  johan  chri sto-  
 phel  l a n g e ;  hij  was  dezelfde,  welken  wij  te  
 paerd  in  Europifche  kledij  gezien  hadden:  hij  gedroeg  
 zig  zeer  beleefd  jegens  den  Heer  g o r e ,  
 en  verzeekerde  hem  dat  wij  vrij  waren  óm  alles  
 wat  ons  geliefde  van  de  inboorlingen  te  koopen.  
 Kort  daarop  gaf  hij  zijn. verlangen  te  kennen  om  
 aan  boord  te koomen;  dit  deed  ook  de Koning  en  
 verfcheiden van zijne  hovelingen:  de Heer  gore  
 beduidde  hem  dat  hij  gereed  was  hem  te  verzeilen  
 ,  maar  zij  verzogten  dat  twee van  ons  volk  aan  
 wal  zouden  gelaaten  worden  als  gijzelaars  en  dit  
 wierd  hun  ook  ingewilligd. 
 Omtrent  twee  uuren  kwamen-zij  alle  aan  boord  
 van  het  fchip  en,  ons middagmaal  gereed zijnde,  
 namen  zij  onze  nodiging  aan  van  mede  te'eeten*  
 Ik* verwagtede  dat zij  onmiddelijk  zouden gaan  zitten  
 ,  maar  de  Koning  fcheen  te  aarfelen  en zeide  
 eindelijk  met  enige  fchaamte  dat  hij  niet  dagt dat  
 wij,  die  blanken  waren,  hem,  die  van  eene  an^  
 dere  kleur  was,  in  ons  gezelfchap  zouden  laaten 
 1  y   |