
 
		35o  [ 08. 1770]  RÈlZË  RoftDÜM 
 ne  fchildpadj  die  Omtrent  zes  en  dertig  poftdeè  
 Woog  ;  ik  gaf  ook  een  daler  voor  tien  grOoté  
 hoenderen  eri  kogt  daarna  nog  vijftien  voor  denr  
 zelfden  prijs  ;  voor  een  daler  Zónden  wij  Ook  
 nog  twee  aapen,  of  eené  geheele  kooi met  rijst-  
 vogeltjens  hebben  kunnen  koopen.  0 e   fchip»  
 per  vatt  de  floep  bragt  twee  boeken  mede  ,  in  
 een  van  welke  hij  verzogt  dat  iemand  tan  onze  
 officieren  den  naani  van  het  fehlp  en van  deszelfs  
 Kapitein  zoude  opfchrijven  ,  met  dien  van  de  
 plaatsi  van  waar  het  kwam,  én  de  haven,*  naaf  
 Welke  het  beftemd  was  ,■  en  zulke  bijzonderheden  
 omtrefit  zigzelve,  als  zij  zouden  goedvinden, 
   tot  naricht van  die  van  onze vrienden, welke  
 na  ons  zouden  koomen;  eri  in  het  ander  fchreef  
 hij  den  naam  van  het  fchip  en  van  den Kapitein  
 zelf  op  ,  om  die  naar  den  Gouverneur  en  den  
 Raad  van  Indie  te  zenden.  Wij  befpeurdeh  dat  
 verfcheiden  fchepen,  voornaamlijk  Ëorttigee-  
 fche j  even  zulke  infchrijvingen  gedaan  hadden  
 Hls  waartoe  het Ons wierd aangeboden.  ï)e Heêf  
 kicks   egter  den  naam  vaö  het  fchip  ópgefchre-  
 ven  hebbende,  voégde  ’er  alleenlijk  bij van Europa. 
   Hij  merkte  dit  op  ,  . maar  Zeide  dat  hif  
 voldaan  was  met  alles  wat  wij  goed  vonden  te  
 fchrijven  ,  alzoo  het  alleenlijk  was  tot  naricht  
 voor  diegeenedie  uit'vriendfchap  naar  ons  zoude  
 verheemen. 
 Verfcheiden  poogingéè  gedaan  hebbende  om 
 té' 
 DE WAËRELD,   \Ott-  ï/70]  350 
 ie  zeilen  met  eenen  wind,  die  den  ftroom  niet  
 kon  overwinnen *  en  even  dikwijls  ten  anker ge-  
 koomen  zijnde,  kwam  ’er  eene  praauw  in  de»  
 morgen  van  den  vijfden  aan  het  fchip,  waarin  
 een  Hollandsch  officier,  die  mij  een  papier,  in  
 het  Engelsch  gedrukt,  toezond  *  van  welk  hij  
 copijen  in  andere  taaien  had,  bijzonderlijk  in het  
 FransCh  en  Hollandsch  ,  alle  in  orde  uit  naam  
 van  den  Gouverneur,  en  Raad  van  Indie  doof  
 hunnen  Secretaris  getekend i  het  bevattede  negen  
 vraagen,  zeer  liegt  uitgedrukt,  in  de  volgend«  
 Woorden. 
 I. 
 Aan  welke natie  behoort  het fchip  en hoe  is 
 deszelfs  naam  ? 
 I  !. 
 v  Koomt  het  van Europa  of  van  elders.? 
 I  I  I. 
 n  Van  welke  plaats  is  het  laatst  vertrokken?  
 I  V. 
 .  „   Waar henen  is  het  beftemd? 
 V. 
 „   Welkeen  hoe  veele  fchepen  van  de Ne der»  
 9,  landfche  Maatfchappij  lagen  ’er  bij  deszelfs