gemeen feest uitgeroepen door zijne landen en alle
zijne onderdaanen verzamelen zig rondom deeze
fteenen; bijna alle leevende dieren, die men vangen
kan, worden dan gedood en het feest duurt
een meerder of minder getal weeken of maanden,
naar maate het rijk op dien tijd meer of min van
leevend vee voorzien is ; de fteenen dienen voor
tafels. Als deeze dollrgheid over is, moet ’er
noodwendig een vasten volgen, en dan is geheel
het rijk genoodzaakt van fyroop en water te k e ven,
als het in het droog jaargetijde voorvalt,
wanneer ’er geene gewasfen te krijgen zijn, tot
’er nieuw vee kan gefokt worden van de weinige,
die bij geval de algemeene flagting ontkoomen, of
nit ftaatkunde gefpaard zijn, of die men uit de na-
buurige rijken bekoomen kan. Zoodanig was het
bericht, dat wij van den Heer l ange ontvon-
gen.
Wij hadden geene gelegenheid om enige van
hunne manufaftuuren te zien, uitgezonderd die
van hun doek, dat zij fpinnen, weeven en verwen;
wij zagen hen wel niet werken, maar vee-
le van de werktuigen, die zij gebruiken, vielen
onder ons oog. Wij zagen hun werktuig om de
katoen van derzelver zaaden te zuiveren, dat op
hetzelfde plan gemaakt is als dat van Europa,
maar zoo klein, dat men het voor een model of
fpeelgoed zou houden: het beftaat in twee rollen
, wat minder dan een duim in middellijn, van
welwelke
de eene, door een eenvoudig handvat rond
gedraaid wordende, de andere doet draaien door
eene fchroef zonder eind; en het geheel werktuig
is niet meer dan veertien duimen lang en zeven
hoog: dat, hetwelk wij zagen, was veel gebruikt
en daar hongen veele ftukken katoen aan, zoo dat
*er geene reden is om te twijfelen of dit was een
goed model van de overige. Wij zagen ook eens
hunnen toeftel om te fpinnen; het beftond uit eene
Mos, waarop een weinig draad gewonden was,
en eene foort van fpinrokken met katoen gevuld;
wij gisten daaruit dat zij met de handen fpinnen ,
gelijk de vrouwen in Europa deeden voor de fpin-
jiewielen ingevoerd waren, en ik heb gehoord dat
?er landen zijn daar zij nog niet zijn ingevoerd.
Hun weefgetouw fcheen in een opzigt beter dan
het ons te zijn, want het webbe was niet op een
raam gefpannen, maar wierd ftrak gehouden door
een ftuk hout aan elk eind, om een van welke het
doek gerold wierd en om het ander de draaden:
het webbe was omtrent eene halve el breed en de
lengte van de fchietfpoel was gelijk aan de breedte
van de webbe, zoo dat hun werk waarfchijnlijk
maar traag voortgaat. Dat zij dit doek verwden
raadden wij eerst aan deszelfs kleur en aan de indigo,
die wij in hunne plantagieën zagen en onze
gisfing wierd daarna bevestigd door het bericht
van den Heer l a n g e . Ik heb reeds aangemerkt
dat het in de wol geverwd wordt en wij zagen hen
eens