
 
		een  van  de  officiers,  wiens  werk het  onder andö^  
 re  is  zulk volk  te  vatten,  zeide  ons  dat  ’er naauw-  
 lijks eene week voorbijging,  waarin niet hij  of een  
 van  zijne  amptgenooten  geroepen  wierden  om  
 eenen  derzelve  in  hegtenis  te  neemen.  In  een  
 van de  voorbeelden ,  die  tot  onze kennis kwamen,  
 was  de  amóklooper  fterk  verongelijkt,  door  de  
 trouwloosheid  van  vrouwen,  en  was  dol van minnenijd, 
   alvorens  hij  zig met opium  dronken  maakte; 
   men  vertelde  ons  dat  de  Indiaan,  die  amok  
 loopt,  altoos  eerst  tot  wanhoop  vervoerd  is  door  
 de  eene  of  andere  belediging  en  dat  hij  zig altoos  
 eerst  wreekt  op  degeene  ,  die  hem  verongelijkt  
 hebben;  men  zeide  ons  ook  dat,  fchoon  deeze  
 ongelukkige  dan  de  ftraat  op  loopen met  een  geweer  
 in de  hand,  dol  en  fchuimbekkende,  zij  eg-  
 ter  nooit  dooden,  dan  degeene,  die  hen  tragten  
 te  vatten,  of  die,  welke  zij  van  zulk  een  voor-  
 neemen  verdagt  houden  en  dat  al  die hen  voorbij  
 laat,  geen  gevaar  loopt.  Zij  zijn gemeenlijk  flaa-  
 v en ,  die  ook  indedaad  meest  voor  beledigingen  
 bloot  liaan  en  minst  in Haat zijn wettige  vergoeding  
 te erlangen:  de vrije lieden worden egter fom-  
 tijds  ook  tot  die buitenfpoorigheid gedreven;  een  
 van  degeene,  die  amok  liep,  terwijl  wij  te  Batavia  
 waren,  was vrij  en  een welgefteld man.  Hij  
 was  jaloers  van  zijnen  eigen broeder,  en  doodde  
 hem  eerst  en  vervolgens  twee  andere,  die  hem  
 tragtede  tegen  te Haan:  hij  kwam  egter  niet-  uit zijl 
 zijn  huis,  maar  wilde  zig  in hetzelve verdedigen,  
 fchoon  de  opium  hem  zoo  verre  van  zijne  zinnen  
 beroofd  had,  dat  van  drie  musketten,  welke  hij  
 op  de  geregtsdienaars  wilde  affchieten,  geen  een  
 gelaaden  was  of  kruid  op  de  pan  had.  Als  de  
 fchout  eenen  van  deeze  amokloopers  levendig  
 vangt,  krijgt  hij  eene  aanzienlijke  belooning,  
 maar  als  hij  hen  doodt,  krijgt  hij  niets  boven  zijne  
 gewoone  wedde  ;  egter  is  hunne  woede  zoo  
 wanhoopig,  dat  men  genoodzaakt is-van  vier  drie  
 te  dooden  om  hen meester  te worden,  fchoon  da  
 dienaars  werktuigen  hebben  als  lange  tangen  of  
 mjpers,/om  hen  te  grijpen  zonder  binnen het  bereik  
 van  hun  geweer  te  koomen.  Die,  welke  levende  
 gevangen  worden  ,  zijn  gemeenlijk  ge-*  
 kwetst,  maar  zij  worden  altoos  levendig  geradbraakt  
 en  als de  heelmeefter,  die aangefteld  is om  
 de  wonden  te  fchouwen,  denkt dat dezelve waar-  
 Ichijnlijk  doodlijk  zijn,  wordt  de  ftraf onmidde-  
 lijk aan  hun  uitgeoefend en gemeenlijk  op de plaats  
 zelve  daar  de  eerfte moord  begaan  is. 
 Daar  zijn  onder  dit  volk  veele  ongerijmde  gebruiken  
 en  gevoelens  in  zwang,  die zij  van  hunne  
 heidenfche  voorouderen  ontleend  hebben:  zij  
 gelooven  dat  de  duivel,  dien  zij  Satan noemen,  
 de oorzaak van  alle  ziekten en  tegenfpoecUs  en  om  
 die  reden  offeren  z ij,  als  zij  ziek  o f in  bet  ongeluk  
 zijn,  vleesch,  geld en  andere  dingen  aan  hem  
 als  eene  zoen - offerhande.  Als  een  hunner  rust»  
 D d  3  loos