
 
		te zien wat  het  voortbragt,  zoo  het  niet  te  fterk  
 gewaaid  had  om  zulks  ter  iïitvoer  te  kunnen brengen. 
   Toen wij  voorbij  dit  eiland voeren,  hadden  
 wij Hechts  tien  vademen  water met  eenen rotsach-  
 tigen  gron4   en  daarom  durfde  ik  het  niet aan  lij  
 a f   laaten  vallen,  uit  vrees  dat  ik  ondiep water en  
 flegten  grond  zou  vinden.  Deeze  eilanden  hebr  
 ben  geene plaats in  de kaarten,  tenzij zij  de Arrott-  
 Eilanden  zijn,  en  zoo  zij  deeze  zijn,  dan zijn  zij  
 veel  te  verre  van  Nieuw  Guinea  geplaatst.  Ik  
 bevond  dat  het zuidlijk  gedeelte  van  dezelve op  70  
 6'  Zuider  Breedte  en  225°  Wester  Lengte  was  
 liggende. 
 Wij  bleeven W.  Z. W.  ftuuren met eenen voorts  
 gang  van  vier  en  eene  halve  Engelfche  mijlen  in  
 een  upr  tot  des  avonds  ten  tien  uuren,  toen wij  
 twee  en  veertig  vademen  hadden  ;  ten  elf  uuren  
 hadden  wij  zeven  en  dertig  vademen,  ten  twaalf  
 uuren  vijf en veertig,  ten een  uure  in  den morgen  
 negen  en  veertig  en  ten  drie  uuren  honderd  en  
 twintig,  waarna  wij  geen  grond  peilden.  Met  
 den  dageraat  zetteden  wij  alle  zeilen  bij  die  wij  
 konden  en  ten  tien  uuren  zagen  wij  land,  zig van  
 N. N. W. tot W> t. N.  uitflrekkende  entusfchen  vijf  
 en  zes mijlen  van  ons af liggende :  op  den  middag  
 lag het van  het N.  tot  het W.  en  omtrent  op  den-  
 zelfden afftand:  het  fcheen vlak  en van  eene  tamelijke  
 hoogte te  zijn:  naar  onzen  afftand van Nieuw  
 Guinea  moest  het  een  gedeelte  van  de Arrou  E b 
 larh 
 landen  zijn;  maar  het  ligt  een’  graad  zuidlijker  
 dan een  van  deeze eilanden  in  de  kaarten  geplaatst  
 zijn  en moest volgens de breedte Timor Laoet zijn ;  
 wij  peilden,  maar  hadden  geen’  grond met vijftig  
 vademen* 
 Naardien  ik niet  inftaat was  uit  enige kaart regt  
 te  bepaalen  welk  land  het  ware  dat  ik aan  lij  zag  
 en  vreezende  dat  het  meer  zuidwaarts  zou  ftrek-  
 ken,  en  het  weder  ook  zoo  dampig  zijnde,  dat  
 wij  niet  verre  zien  konden,  ftuiirde  ik  Z. W.  en  
 had  ten  vier  uuren  het  eiland  uit  het  gezigt verloren. 
   Ik  was  nu  zeeker  dat  geen  gedeelte  van  
 hetzelve  ten  zuiden van 8°  15'Z.  lag en  bleefZ. W .  
 ftuuren  met  klein  zeil  en  eene  frisfe  koelte uit  het  
 Z. O.  t. O.  en O.  Z.  O .;  wij  peilden  elk uur, maar  
 hadden  geen’  grond  met  hpnderd  en  twintig  vademen.; 
  • 
 Des morgens,  met het aanbreeken  van den  dag,  
 ftuurden  wij  W.  Z.  W.  en  daarna  W.  t.  Z.  dat  
 ons  op  den  middag  op  de  Zuider  Breedte  vaq  
 90  3 0 'en  op  de  Wester  Lengte  van  229°*  34/  
 bragt  en  volgens  de  koers,  die  wij  van  Nieuw,  
 Guinea  gehouden  hadden  *  moesten  wij  in  het  
 gezigt  van  de  Wezel-Eilanden  zijn  ,  die  in  de  
 kaarten  op  den  afftand  van  twint-ig  of  vijf  en  
 twintig-mijlen  van  de  kust  van  Nieuw  Holland  
 geplaatst  zijn;  wij  zagen  egter niets  en  dus  moeiten  
 zij  verkeerd  geplaatst  zijn;  ook  kan  dit  niet  
 vreemd voorkoomen,  als men in aanmerking neemt 
 dat