hair onder de armen uit en de mannen doen hetzelfde
aan hunne baarden, waartoe de aanzienlijk-
ile altoos een paar zilveren tangetjens aan een
koord om hunne halzen hebben hangen; fommi-
■ ge laaten egter een weinig hair op hunne bovenlip
, maar dit wordt altijd kort gehouden.
De kleeding van beiden de kunnen beftaat in
katoenen lijnwaad,- dat, in de wol blaauw ge-
verwd zijnde en niet eenvormig van dezelfde tint,
•blaauw gewolkt of gegolfd is en zelfs in ons oog
•niet onaardig ftond. Dit lijnwaad Weeven zij zelve
, en twee ftukken, elk omtrent twee ellen lang
en anderhalve el breed, maaken eëne kleeding uit:
'zij vrinden een derzelve' om hunnen middel en met
•het ander bedekken zij het bovenst gedeelte van
het lijf: den onderften rand van het ftuk, dat om
‘den middel gewonden is, haaien de mannen vrij
llrak eVen beneden het kruis, den boven rand laaien
zij los hangen, zoo dat het eene foort van
•hollen gordel vormt, die hun als een zak dient
om hunne mesfen en ander klein gereedfchap, dat
•gemaklijk is bij zig te hebben, in te draagen.
Het ander fiuk lijnwaad wordt van agteren door
deezen gordel gehaald, het een eind wordt over
den regter en het ander over den flinker
fchouder geflaagen en beiden vallen op de borst
en worden van vooren in den gordel gefronzeld,
zoo dat z i j , door het openen en fluiten van de
plooien, meer of minder-van hun lijf bedekken
kun»
kunnen , naar hun believen; de armen, beenen
en voeten zijn altoos naakt. Het onderfcheid tus-
• fchen de kleeding der twee fexenbeftaat voornamelijk
in de wijze van het middel ftuk te draagen,
want de vrouwen, in plaats van het onder eind
flrak te trekken en den boven rand los te laaten
voor eenen zak, trekken den bovenrand ftrak en
laaten den onderrand tot op de knieën vallen, zoo dat
het als een’ rok vormt; het lijf-Huk, in plaats van
door den gordel getrokken te worden, wordt onder
de armen vastgemaakt en gaat over de borst
met de grootfte betamelijkheid. Ik heb reeds
aangemerkt dat de mannen het hair van agteren op
de kruin van het hoofd vast maaken en dat de
vrouwen het in eenen bondel vast binden; maar
daar is een ander onderfcheid in het kapzel, door
welk de fexen onderfcheiden worden: de vrouwen
draagen niets in plaatfe van eene muts, maar
de mannen winden altoos iets om hun hoofd; het
is klein, maar gemeenlijk van de fraaifte ftoffen,
die te krijgen zijn: wij zagen enige die zijden neusdoeken
tot dat einde gebruikten en andere, die fijn
Latoen of neteldoek op de wijze van eenen kleinen
tulband droegen.
Dit volk droeg getuigenis dat de zugt voor op-
fchik eene algemeene hartstocht is, want hunne
verfierzelen waren zeer talrijk. Enige van de
aanzienlijken droegen gouden ketenen om hunnen
hals, maar zij waren van gevlogten draad gemaakt