dende met het kweeken van dat gewigtig artijke!
van koophandel en allen hunnen grond tot planta-
gieën aanleggende, weinige dieren kunnen aanfokken
; misfchien was hetgeen deeze onbepaalde
handel opleverde, te onzeeker; misfchien waren '
zij bevreesd van op hunne beurt onderkropen te
zullen worden: wat daar van zij, hunne Oost-!
Indifche Maatfchappij trad, nu omtrent tien jaa-
ren geleden, in een verbond met de Rajas, in
welk de Maatfchappij beloofde eiken hunner ieder*
jaar eene zekere hoeveelheid zijde, fijn linnen,
mesfen-werk, arrak en andere artijkelen te leveren
en de Rajas verbonden zig dat noch zij, noch
hunne onderdaanen met iemand anders handel
zouden drijven dan met de Maatfchappij, zonder
eerst derzelver bewilliging verkregen te hebben,
én dat zij een’ refidentTvan wegens de Maatfchappij
zouden aanneemen, die op het eiland zijn verblijf
zou houden en toezien dat het verbond van
hunne zijde wierd naargekoomen: zij verbonden
z ig ook om jaarlijks eene zekere hoeveelheid rijst,
maïs en carevances boonen te leveren. De maïs
en carevances worden in floepen naar Timor gezonden,
welke daar-tot dat einde gehouden en die
elke door tien Indiaanen gevoerd worden, en de
rijst wordt jaarlijks weggehaald door een fchip,
dat de goederen van de Maatfchappij aanbrengt en
beurtelings in elke der drie baaien ankert. Deeze
goederen worden den Rajas als eengefchenk
g e -
geleverd en van de kist met arrak houden Zij eti
hunne aanzienlijke niet op te drinken zoo lang ’et
een druppel van overig is;
i In gevolge van dit traétaafc plaatftéh de Höllati*
ders drie perfoohen op het eiland, den Heer l ah*
g e , zijnen amptgenoot den inboorling vah Ti*
mor \ zoon van eene Indiaanfche vrouw bij eferteh
Portugees, eri eeneh Fre ü Ei4.ik CR.A1 0 ,' zóórt
Van ëehé Indifche vrouw bij eerten Hollhn-
den ii a n ö e bezoekt elkeh der Rajas eeiis: iti
twee maanden, wanneer hij het eiland rond reist*
Verzeld van vijfcig flaaVen te paerd. Hij vermaant
deeze Opperhoofden te planten* Zöo het blijkt
dat zij daarin nalaatig geweest zijn, en ziet waaf dé
‘oogst binnen is* opdat hij floepen kart zenden Oni
dien te gaan haaien* ZOO dat het onmiddelijk varl
het veld haar de Hollandfche magazijnen Op Ti-
\nör gaat. Op deeze tochten heemt hij altijd enige
flesfcheh arrak medé, die hij van groot nüt
vindt oih de harten van de R a ja s , met Welke hiji
handelen moet* te Openen.
: Gedüurende de tien jaaren, die hij op dit eilarta
gijn verblijf gëhad had, had hij hooit eeneh Europeaan
gezien dah Ons, Uitgezonderd Bij de adt&
komst van het Hollandsch fchip, dat flèchtS tWeë
■ maanden voor onze komst Was afgèzeild * efi hij is
hu alleen door zijhe kleur éh kleedirtg Vari de'i$P
böorlingen te onderfcheidert;. want hij zit öf> dëö
grond* kaauwt zijne’ betel eri heeft ih alle Opzigs
III. D e Et. Y