ZEYENDE HOOEDSTUK.
De tempel der tcetenschappelijke uitwerkingen. — Twist met een doc-
tor. — Een burger in Tiet halsblok. — Dezoek in het tribunaal
te Oe-schan. — De mandarijnen aldaar. — De geregtelijke ge-
neeskunde der Chinezen. — lijkschouwingen. — Zélfmoorden. —
Eigenaardig karakter der ckinescJie leleefdheid. •— De grens
tnsschen Sse-tschoeën en Hoe-pé. — Beschrijving van de provincie
Sse-tschoeën. — Hare voorfbrengselen. — Karakter der bewoners. —1
Koeang-ti, de krijgsgod, beachermpatroon der Mandschoedynastie
en diens plegtige vereering. — Zout- en vuwrbronnen. — Weten-
schappelijke kennis der Chinezen. — Het Christendom in de
provincie Sse-tschoeën.
W i j hadden op de Blaauwe Bivier eene zeer aangename en
snelle vaart en kwamen reeds in den namiddag te Boe-ki-hien,
eene stad van de derde klasse op den oever van dien stroom. De
sierlijke en betamelijke houding der bewoners viel ons dadelijk in
het oog. De wetenschap wordt hier in hooge eer gehouden, en
het getal Studenten en doctoren is zeer aanzienlijk. Het gemeen-
tehuis ligt in eene stadswijk, die niet luchtig is; men had ons
derhalve eene zeer aangename en koele woning in den wen-tschang-
koen, d.i. tempel der wetenschappelijke uitwerkingen, ingeruimd. 5t Is
daar, dat de vereeniging der geleerden hare vergaderingen houdt
en ook de examens worden afgenomen. Dit- wen-tschang-koen was
grooter en rijker dan de gebouwen van dezen aard, welke wij
elders gezien hadden; de zalen waren fraai verlakt en over ’t ge-
heel in chinesehen stijl grootsch en met weelde gestoffeerd. De
geleerden houden er niet alleen wetenschappelijke bijeenkomsten,
maar ook maaltijden; zij onderzoeken na hun academisch ambtswerk
ook de deugdzaamheid der spijzen, vergasten zieh op rijstewijn en
poezij, en entspannen zieh met wandelen in een prächtigen tuin.
In dien tuin staat op de eene zijde tusschen hooge boomen eene
ter eere van Confucius opgerigte fraaije pagode, en ligt op de
andere zijde eene reeks van cellen, waarin de Studenten worden
opgesloten, wanneer zij hunne proefschriften voor het examen ma-
ken. Zij krijgen dan niets dan papier en schrijfgereedschap, en
zijn tot zij hunne taak volbragt hebben van alle aanraking met anderen
afgesloten. Yoor de deur van iedere cel staat een wachter.
Midden in den tuin verhief zieh een achtkante toren met
vier verdiepingen. Men wist, dat wij zeer op frissche lucht gesteld
waren, en was oplettend genoeg, ons op de vierde verdieping
in te kwartieren, waar wij een verrukkend uitzigt hadden. Bene-
den ons lag de door een muur omslotene stad; het uitmuntend
bebouwde land was met hoeven en meijerijen bezaaid; de Blaauwe
Bivier slingerde zieh als een breed zilveren lint door de groene
vlakte. In deze woning versehenen de doctoren en stedelijke amb-
tenaren, om ons hunne opwachting te makeu; doch wij voelden
weinig lust om eenige uren aan het ijdel ceremonieel te besteden,
daar wij werkelijk rust behoefden. Zoo sloten wij dan de deur»
verklaarden onzen dienaar, dat wij voor niemand te speken waren,
en strekten ons op matten uit.
Na eenigen tijd ontstond er gerucht voor onze deur; wijluisterden
en begrepen, dat onze dienaar woorden met iemand h ad ,
die in onze kamer wilde binnendringen. Hij was een doctor; de
wen-tschang-koen was eene inrigting voor de geleerden; en hij van
zijn kant had als doctor het regt, om de in den tempel der wetenschappelijke
uitwerkingen gehuisveste personen te bezoeken en
te ondervragen. We'i-schan verzette zieh hier natuurlijk tegen,.
wat den doctor dusdanig in het harnas joeg, dat hij onzen dienaar
ernstig te lijf wilde, wat groote opschudding veroorzaakte en een
aantal personen deed toesnellen. Nu moesten wij dan ook op-
staan, om den onbeschoften doctor tot zijn pligt te brengen. Yoor
de deur stond We'i-schan, woedend van kwaadaardigheid en ge-
reed om op den ao'ctor aan te vallen. Deze bemerkte ons niet
voordat hij stevig aangepakt werd. Toen keerde hij zieh met
een ruk bm, doch stond als versteend, toen hij een westerschen dui-
vel met gele muts voor zieh zag. Wij trokken hem in ons vertrek
en namen hem dadelijk in verhoor. — »Wie zijt gij ?” — „Ik ben
een doctor hier van de plaats.” — „Neen, gij zijt geen doctor,
want gij stelt u als een plomp, onwetend man aan. Wat verlangt