o j wil of met, aan de gispingen van den censor het oor
eenen. Het toen-tschin-sse of „huis der bezwaren” eindelijk
rengt aan den nei-ko of geheimen raad des keizers de bc-
rigten over, die uit de provincien inkomen, en de appellen, die
egen de mtspraken en vonnissen der regters worden ingesteld.
V it huis der bezwaren maakt, in vereeniging met de ambtenaren der
zes collegien en yan het censorsambt, een hof van cassatie u it,
at over appels in strafzaken en over doodvonnissen nitspraak
t' _ De 6eslissingen moeten eenstemmig zijn; bij verschil van
meening doet de keizer uitspraak.
Wij mögen hier het officieel dagblad van Peking niet onvermeld
laten. Het is de algemeene Staatscourant van het rijk, een Moniteur,
waann niets gedrukt wordt, dat niet door den keizer is goed-
ge eurd of van den keizer zeiven komt. Daarin mag volstrekt niets
veranderd worden. Het blad verschijnt dagelijks in den vorm eener
brochure van zestig tot zeventig bladzijden en kost jaarlijks onge-
veer zes gülden. Uit deze hoogst belangrijke verzameling kan men
over de tegenwoordige gesteldheid des rijks bijzonder veel leeren,
want zy bevat alle voordragten en besluiten, die den keizer ter
goedkeunng worden 'voorgelegd, benevens de beslissingen door
hem gegeven; verder de instructien voor de mandarijnen en de
volken, en tevens een regtsjaarboek, waarin de belangrijkste strafzaken,
gelijk ook de besluiten waarbij de keizer gratie heeft
verleend, vermeld staan. Ook worden daarin de nolulen van de
zittingen der hoogste collegien officieel medegedeeld. De belan«--
njkste artikelen en alle regeringsbesluiten worden in de provin-
ciale bladen overgenomen. Niemand zal kunnen zeggen, dat bladen
van dien aard geschikt zijn, om de politieke hartstogten in
beweging te brengen. Bij den gewonen loop der dingen, als geen
revolutie het land beroert, bekommeren de Chinezen zieh bij na
volstrekt niet om de regering. In het jaar 1851, toen keizer
Tao-koeang overleden was, waren wij juist onderweg naar Peking.
In eene herberg vonden wij eenige chinesche burgerlieden bij de
thee, en bragten het gesprek op den dood des keizers en de mo-
gelijke gevolgen, welke deze gebeurtenis na zieh kon slepen. Allen
bleven volmaakt onverschillig; eindelijk legde een Chinees
zijne handen vaderlijk op mijne schouders en voegde mij met
eenigzins schamperen glimlach toe: „Waarom, mijn vriend, kwelt
gij uw hart en uw hoofd met ijdele bezorgdheid? Hoor mij aan!
Voor staatszaken hebben wij onze mandarijnen; zij worden daarvoor
betaald; laat hen derhalve hun geld verdienen. "Wij willen
ons niet bemoeijen met wat h u n aangaat, en ’t zou dwaasheid
zijn, als wij ons om zaken bekommerden, zonder daarvoor betaald
te worden.” Het gansche gezelschap verklaarde, dat hij verständig
had gesproken, terwijl wij onze thee koud hadden laten worden
en onze pijpen uitgaan.
Het plaatselijk bestuur te Peking is aan bijzondere instellin-
gen opgedragen, die ten deele onmiddellijk van het hof afhangen.
Daartoe behooren de ambtenaren voor de offers, de stoeterijen,
en voor het ceremonieel bij de keizerlijke audientien. De verzor-
ging van het paleis staat onder een bijzonderen raad met zeven
afdeelingen: voor het aanschaffen van levensmiddelen, voor be-
zoldigingen, bestraffingen, herstellingen en vertimmeringeu, het
innen der pachtgelden en het toezigt over de kudden op de
keizerlijke landgoederen. Tot het hof behooren drie groote
wetenschappelijke inrigtingen. In het nationale collegie worden
de zonen der grootwaardigheidbekleeders opgeleid; het keizerlijke
collegie der astronomie vervaardigt den kalender en doet astronomische
en astrologische waarnemingen; het derde collegie is dat der
medieijnen. De keizer heeft eene lijfwacht van achthonderd man, en
de garnizoensdienst in de hoofdstad is aan de acht banieren opgedragen,
welk corps uit Mandschoe’s, Mongolen en Chinezen be-
staat, allen nakomelingen van de krijgers, die in 1643 en
1644 China veroverden. De gesnedenen, die onder de vorige
dynastie eene zoo groote rol speelden en bij alle omwentelingen
in de weer waren, zijn thans geheel magteloos. Toen Khang-hi,
de tweede keizer van den thans regerenden vorstenstam, minder-
jarig was, namen de vier rijksregenten de gelegenheid waar om
aan den invloed der gesnedenen een einde te maken. Zij lieten
op eene duizend pond zware ijzeren tafel eene wet graveren, die
den Mandschoevorsten ten eeuwigen dage verbood, gesnedenen tot
eenigen post of waardigheid te verheffen. Aan dat verbod is gevolg
gegeven, en het is daaraan welligt mede toe te schrijven, dat China
zoo langen tijd rüstig bleef.
Het bestuur in de provincien is mede zeer goed geregeld.
Elke provincie heeft een isoeng-toe of gouverneur-generaal, dien de
Europeers vicekoning plegen te noemen, en een foe-yoeen of on-
dergouverneur. Gene is de hoogste ambtenaar voor alle burger-
lijke en militaire zaken, deze heeft meer bijzonder het burgerlijk
bestuur onder zieh, dat vijf afdeelingen of departementen heeft,