van tegenover ons zijn verschuldigden pligt te hebben gedaan!
Wij hadden immers te Kuen-kiang-hien ook ligt een ambtenaar
kunnen vinden, die niet , als hij, geneigd was geweest om zieh
het hart voor ons uit de borst te rukken. En om ons te bewij-
zen, hoe ver zijne voorzorg gegaan was, verzekerde hij plegtig,
dat hij bij den eersten fabrikant van de stad reeds eene aller-
prachtigste kist had doen nitkiezen. Zeker kon een mensch zijne
beleefdheid niet verder drijven en was zijne vriendelijke bezorgd-
heid grenzeloos; want kon men meer doen en verder gaan, dan
zelfs eene doodkist aanschaffen? Wij dankten den prefect dan
ook uit den grond van ons hart met chinesche spreekmanieren.
Men moet in China leven en land en menschen kennen om
te begrijpen, dat men elkaar over eene doodkist de uitgezochtste
complimenten kan zeggen. In andere landen zwijgt men
liefst van zulke dingen; doch de Chinees heeft een ander begrip
van sterven en begraven. In zijne oogen is de kist een noodza-
kelijk liuisraad en, even als voor het lijk onmisbaar, zoo ook voor
den levende een weeldeartikel, een sieraad en eene liefhebberij.
Men moet met eigen oogen gezien hebben, hoe men in de groote
steden de kisten zoo uitstalt, dat zij ’t eerste zijn, wat in de ma-
gazijnen in het oog valt; hoe sierlijk men die verwt, beschildert,
verlakt of polijst, om ze den voorbijgangers toch regt in de oogen
te doen blinken en hen tot koopen uit te lokken. Gegoede lieden
verzuimen nooit, zach bij hun leven van eene kist te voorzien,
die hun smaak eer aandoet; zij stellen die als een prachtmeubel
te pronk en achten haar een sieraad van hun huis. Aan welop-
gevoede hinderen geeft eene doodkist eene geschikte gelegenheid
aan de hand, om van de liefde, welke zij aan hunne ouders toe-
dragen, het sprekendst zigtbaar blijk te geven. Een goeden zoon
strekt het tot vreugde en troost, voor zijn bejaarden vader eene
mooije kist te kunnen koopen, waarmede hij den papa dan eene
aangename verrassing bereidt. In alle gevallen schijnt het den
Chinees raadzaam, de aanschaffing van zulk een gewigtig meubel
niet tot het laatste oogenblik uit te stellen; men dient, „voordat
men de wereld groet,” zijne laatste woning toch wel al eens met
eigen oogen te hebben gezien. De zorgdragende familie koopt voor
den door de kunst verloren gegeven patient eene kist en plaatst
die bij zijn ziekbed. Te platten lande is de zaak met meer moei-
jelijkheden verbonden; daar zijn geen kistewinkeis; ook is de boer
niet zoo op pracht en weelde gesteld , en kan zoo veel geld niet
besteden. Hij haalt dus den timmerman, die den zieke de maat
neemt en daarbij de aanmerking maakt, dat hij die wel wat rij-
kelijk ruim mag nemen, daar een doode zieh nog altijd iet of
wat uitrekt. Na lang loven en bieden komt men met den timmerman
overeen omtrent lengte, breedte en prijs, laat planken
halen, en nu begint de man te zagen en te schaven op de plaats,
vlak naast het kamertje van den patient, die zoo zijn laatste huis
wel niet z i e t , maar toch h o o r t timmeren en klaar maken. Dat
alles gaat met de meeste bedaardheid ,in zijn werk en wordt als
een gewoon, alledaagsch werk beschouwd. Wij zelven zijn meermalen
getuigen van soortgelijke tooneelen geweest, die ons in
hooge mate bevreemdden.
K o rt n a onze aankomst in de missie ten noorden van P ek in g
deden wij met een chineschen Seminarist eene wandeling buiten
op h e t veld. E en e talrijke menigte menschen kwam op ons toe.
D aa r het pad vrij smal was, ging de een achter den ander. Wij
van onzen k an t wilden een zijweg n em en , om n ie t herkend en
d an misschien in de gevangenis g eb rag t te worden. Evenwel
stelde onze Seminarist ons gerust en bleven wij s ta a n , om den
tre in voorbij te laten trekken. Die bestond u it la n d lie d en , die
vrolijk waren en welgemoed. Achter hen aan werd eene baa r
g ed ra g en , waarop eene ledige k is t s to n d , en te rstond d a a ra ch te r
volgde eene tweede d raagbaar met een doodziek menseh, geheel
in dekens gewikkeld. De dood stond reeds op zijn gezigt te le-
z e n , en hij hield zijn oog stijf en strak op de kist voor hem
o-erio-t. Wij vroegen onzen S em in a rist, wat d a t zonderlinge schouw-
spel b e d u id d e , waarop hij an tw o o rd d e , dat deze man in een n a -
b u rig dorp ziek was geworden, waarom zijne verw an ten , b u r e n e n
vrienden hem thans waren komen h a len , wijl men toch maar liefst
in zijn eigen huis stierf. De kranke had zeker nog slechts weinig
dagen te le v en , weshalve ook reeds alles to t zijne begrafenis was
gereed gemaakt. Bij zijne doodkist lag eene rol wit k ato en , w aa r-
van men de rouwkleederen d acht te maken. — Wij begrepen n u ,
d a t wij ons in eene geheel nieuwe wereld b e v o n d e n , onder een
v o lk , welks g e d a c h te n , voorstellingen en gewaarwordingen van die
d e r E u ro p e ers hemelsbreed verschillen.
De Chinees blijft rüstig bij het naderen van den dood. Hij
sterft met eene onvergelijkelijke bedaardheid, zonder zielsstrijd,
zonder zielsangst; voor hem heeft de gewigtige overstap geenerlei
verschrikking. Zijn leven gaat zachtjes uit als eene lamp, waarin