den missionaris Perboyre. — Togt over een meer. — Vlot-
tende eilanden. — Staat der bevolking in China. — Siecht
onthaal te Han-yang. — Wij steken de Blaauwe Bivier
over. — Aankomst te Oe-tschang-foe............................................ 33_49.
VEERTIENDE HOOEDSTUK.
Woning in eene kleine pagode. — Oe-tschang-foe, hoofd-
stad van Hoe-pe, —■ De chinesche nijverheid. — Verval der
handwerken en oorzaken daarvan. — Tentoonstellingen van
voorwerpen van kunst en nijverheid. — Handelsverbindtenis-
sen met het buitenland. — De binnenlandsche handel in
China. — Bentestandaard.— Yereeniging van geldmannen.—
Groote stapelplaatsen in het middelpunt des rijks. — Het
kanaalstelsel. — Invloed der sapeke. — De kleinhandel. 50—64.
VIJET IEND E HOOEDSTUK.
De gouverneur der provincie Hoe-pe. — Een beleefde
kok. — Ons geleide uit Sse-tschoeen keert huiswaarts. —
De mandarijn Lioe, meester „treurwilg.” — Chinesche bouw-
knnst. — Torens en pagoden. — De fraaije kunsten. —■
Godsdiensten. — De leer der geleerden. — Confucius. —
De doctoren der rede. — Leven en meeningen van den wijs-
geer Lao-tse. — Het Boeddhismus. — Legende van Boed-
dha. — Zijne leerstellige en zedelijke beginselen. — Yervol-
ging der Boeddhisten door de Brahmanen. — Oorzaken de-
zer vervolging. — De Boeddhisten verstrooijen zieh over
verschillende landen van Azie___________________________6 5__86.
ZESTIENDE HOOEDSTUK.
De houding der regering tegenover de verschillende reli-
gien. — Het scepticismus. — De bonzen. — Boeddhistische
kloosters. — Tempelarchitectuur. — De tempel van Poe-toe
en de kloosterbibliotheek. — Achting der Chinezen voor be-
schreven of bedrnkt papier.— Nonnenkloosters. — Hoe men
de ziel in het zieke ligehaam wil terughouden. — Eouw-
plegtigheden en begrafenissen. — Cultus ter eere der voorvaderen.
— Chinesche indeeling der verschillende leeftij-
den. — Huwelijken. — Toestand der vrouwen. — Huiselijk
leven.................................................................................................87— ilO .
ZEVENTIENDE HOOEDSTUK.
Yertrek nit de hoofdstad van Hoe-pé. — Afscheidsbezoek bij
den gouverneur. — De Christenen in de provincie. — On-
gemakken op reis. — Lijfstraffelijke regtspleging. — De
koean-koeën of chinesche bandiet. — De chinesche wetboe-
ken. — Het stelsel van solidariteit. — Wetten betrekkelijk
de ambtenaren. — Inrigting der familie. ■—• Bituaalvoorschrif-
ten. — Belastingen en grondeigendom...............................111— 134.
ACHTTIENDE HOOEDSTUK.
Yertrek uit Koeang-tsi-hien. — Kenboden der regering. —
Yerzending van brieven. — Groot feest te Hoang-meï-hien. —
Yuurwerken en muziek. —j De keizersweg. —• Aan het meer
Poe-yang. — De provincie Hoe-pé. — De landbouw in
China. — Bamboes, waterrozen, rijst. — Indeeling der
graansoorten. — De zwaluwen in den winter. — Eene kat
als uurwijzer. — Hoe men den ezel het balken afleert. 135— 155.
NEGENTIENDE HOOFDSTUK.
Scheepvaart op het meer Poe-yang. — Onbebouwde land-
streken. — Armoede en bedelaarsbenden. — De bedelaars-
koning. — De herberg „In de hoenderveren.” — Oorzaken
der verarming. — Spel en dronkenschap. — Wijn en bran-
dewijn. — Kindermoord en oorzaken daarvan. — Een von-
delinghuis. — Verordeningen tegen den toenemenden kindermoord.......................................................................................
156— 172.
TWINTIGSTE HOOEDSTUK.
De onbebouwde landstreken in de provincie Kiang-si. —
De wijnazijnpolyp. — Aankomst te Nan-tschang-foe. — Het
paleis der wetenschappelijke bewerkingen. — Avondmaaltijd
in tegenwoordigheid van het publiek. — Bezoek van den